de
it nl
● Toestel uitschakelen.
● De stekker uit het stopcontact halen.
● Kort aan het elektriciteitssnoer trekken en loslaten
(het snoer rolt automatisch op).
● Door de schuiftoets in de richting van de pijl te schui-
ven de telescoopbuis ontgrendelen en ineenschuiven.
Om de stofzuiger uit te zetten kunt u de uitschakelhulp
aan de onderkant van het toestel gebruiken.
● Het toestel m.b.v. de slang rechtop zetten.
● De haak van het vloermondstuk in de uitsparing aan
de onderkant van het toestel schuiven.
Wanneer u het toestel rechtop heeft neergezet en opge-
borgen, dient u het bij de aansluitstuk van de zuigslang
vast te pakken om het op te tillen of opnieuw neer te zet-
ten.
Voor een goed zuigresultaat dient het stofreservoir na het
zuigen altijd te worden leeggemaakt, op zijn laatst echter
wanneer er op de pluiszeef stof of vuil zichtbaar is.
Bij het leegmaken van het stofreservoir ook altijd
nagaan in hoeverre de pluiszeef verontreinigd is en deze
zo nodig volgens de handleiding „Pluiszeef reinigen"
schoonmaken.
● De draaggreep van het toestel omhoogklappen, het
stofreservoir
ontgrendelen
omhoog te klappen en het stofreservoir uit het toestel
nemen.
Filtereenheid van het stofreservoir met behulp van de
ontgrendelingsknop ontgrendelen.
Filtereenheid uit het stofreservoir nemen en het
stofreservoir leegmaken.
Filtereenheid in het stofreservoir plaatsen. Let er hier-
bij op dat deze goed is ingebracht.
Druk de ontgrendelingsknop weer in de uitgangsposi-
tie tot er een klik te horen is, om er zeker van te zijn
dat het reservoir goed gesloten is.
Wanneer u het stofreservoir weer in het toestel
inbrengt, let er dan op dat het goed geplaatst is.
Door de handgreep om te leggen wordt het stofreser-
voir in de stofzuiger vergrendeld.
25
door
de
handgreep
Filteronderhoud
Lamellen
Uw toestel is uitgerust met de zgn. „Sensor Control"-
functie.
2
controleert permanent of uw stofzuiger het optimale
vermogensniveau bereikt. Het lampje geeft aan wanneer
de lamellenfilter gereinigd moet worden om weer het
optimale vermogensniveau te bereiken.
Het lampje brandt blauw wanneer het vermogensniveau
van het toestel optimaal is. Zodra het lampje rood knip-
pert, moet de lamellen-filter worden schoongemaakt.
Het toestel wordt automatisch naar de laagste stand
teruggebracht.
● Zet het toestel uit om de lamellen-filter te reinigen.
● Om de lamellen-filter schoon te maken, draait u de
knop minstens drie keer 180° met de klok mee.
U kunt de filter ook reinigen wanneer de zuigcapaciteit
verminderd is maar het lampje niet brandt.
Wij raden aan om de lamellen-filter te reinigen alvorens
het stofreservoir leeg te maken. Dit moet echter in ieder
geval gebeuren wanneer de „Sensor Control"-indicatie
oplicht:
Knippert de indicatie na reiniging van de lamellen-filter
toch 3 keer kort achter elkaar, dan ligt dit vermoedelijk
aan een verontreinigde pluiszeef. In dit geval gaat het
toestel automatisch terug naar de laagste stand en blijft
het lampje rood branden.
● Schakel het toestel uit, maak het stofreservoir leeg en
reinig de pluiszeef volgens de gebruiksaanwijzing
„Pluiszeef reinigen".
Het lampje brandt blauw wanneer het vermogensniveau
van het toestel optimaal is. Zodra het lampje rood knip-
pert, schakelt het toestel automatisch uit.
De filterreiniging wordt geactiveerd en door de geïnte-
greerde reinigingsmotor uitgevoerd.
Wanneer het toestel in korte tijd drie keer achter elkaar
terugschakelt, is nl pluiszeef waarschijnlijk vuil. In dit
geval gaat het toestel automatisch terug naar de laagste
stand en brandt het lampje rood.
● Schakel het toestel uit, maak het stofreservoir leeg en
reinig de pluiszeef volgens de gebruiksaanwijzing
„Pluiszeef reinigen".
Deze functie
22
25
25
31