49
- Even kloppen en schudden,
zodat de korrels zich goed
verdelen (fig. 49).
- Plaats een nieuw schuimstof
matje op de koolstofkorrels
(fig. 50).
- Maak de bovenzijde weer dicht
(fig. 51).
- Herhaal deze procedure voor
het andere Carbon filter.
Reset Carbon filters
vervangings-indicator
Nadat u de Carbon filters hebt vervangen moet de
vervangings-indicator opnieuw worden ingesteld (ge-"reset"):
52
- Schakelt de Air Cleaner in (fig. 52).
- Houd de Carbon filter reset toets (P) tenminste 3 seconden
ingedrukt (fig. 53).
Het controlelampje gaat (of blijft) branden.
Na enige tijd gaat het uit, om aan te geven dat de indicator
opnieuw is ingesteld.
Automatische beveiliging tegen oververhitting
Om beschadiging te voorkomen en veiligheidsrisico's te
beperken, schakelt de beveiliging de motor uit wanneer deze
te heet wordt.
Om aan te geven dat het apparaat nog steeds is aangesloten
op netstroom, blijft het
controlelampje branden.
Als dit gebeurt:
- Schakel de Air Cleaner uit
(fig. 54).
(Het controlelampje gaat uit.)
- Neem de stekker uit het
stopcontact.
- Wacht tot het apparaat is
afgekoeld (ca. 15 minuten).
50
yy
51
yy yy
yy yy yy yy
yy yy
yy
53
3 sec.
54
55
- Verwijder de voorzijde van het apparaat (fig. 55).
Controleer of de filters niet zijn afgedekt of geblokkeerd en
dat niets de luchtstroom belemmert.
- Controleer of de ventilator vrij kan ronddraaien als u deze
met de hand beweegt (fig. 56).
- Sluit het apparaat. Doe de stekker weer in het stopcontact en
schakel het apparaat in.
Als de automatische beveiliging tegen oververhitting telkens
opnieuw in werking treedt, raden wij u aan het apparaat naar
uw leverancier te brengen voor een technische inspectie.
21
56