Kies een bestaande MACRO.
Type een MACRO-naam.
Stel het aantal herhalingen van een gekozen
MACRO in.
de vertraging wordt gereproduceerd
afhankelijk van hoe de toetsaanslagen/indrukken
van toetsen zijn ingevoerd.
de vertraging wordt voorgedefinieerd
en vastgelegd (aangegeven in seconden).
Negeer alle pauzes tussen
toetsaanslagen en indrukken van knoppen.
Voer vertraging in in de MACRO-inhoud.
Verwijder de gekozen MACRO-inhoud.
Verwijder de MACRO-inhoud.
Creëer een nieuwe MACRO.
Verwijder een MACRO-profiel.
Start met het opnemen van de
MACRO-toetsaanslagcombinatie.
Voeg toetsaanslagen toe aan het
begin van de MACRO.
Voeg toetsaanslagen toe aan het eind
van de MACRO.
89