Handleiding.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door voordat u dit apparaat gebruikt.
De handleiding bevat de instructies voor het juiste gebruik
van het apparaat en de veiligheidswaarschuwingen die u
altijd in acht moet nemen.
Bewaar deze handleiding samen met het apparaat voor
latere raadplegingen.
In het geval van problemen of twijfels, vraag de hulp van
ervaren personeel.
Gebruik het apparaat alleen voor het doel waarvoor het is
gemaakt met inachtneming van de beperkingen aangegeven
in de handleiding en op het apparaat zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld in
geval van oneigenlijk gebruik of niet-naleving van de
gebruiksaanwijzingen en de veiligheidswaarschuwingen.
Algemene gegevens en waarschuwingen
Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8
jaar oud en mensen met beperkte mentale, lichamelijke
of zintuiglijke capaciteiten of met gebrek aan ervaring en
kennis, alleen indien onder toezicht of geïnstrueerd over het
veilig gebruik van het apparaat en na op de hoogte te zijn
gebracht van de mogelijke gevaren. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen.
Kinderen mogen geen reiniging en onderhoud uitvoeren
zonder toezicht.
Geen batterijen proberen te laden die niet opnieuw gelaad
kunnen worden of die verschillen van de voorziene
batterijen.
Geen bevroren batterijen laden, omdat deze zouden kunnen
ontploffen.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambare
gassen of stoffen.
Laad het apparaat niet op in de zon of in de buurt van
warmtebronnen.
Plaats het apparaat en de kabels niet in water of op natte
oppervlakken.
Plaats het apparaat op een goed geventileerde plek: bedek
het niet en plaats het niet in een container of kast.
Gebruik het apparaat niet met beschadigde kabels, als het
gevallen of het beschadigd is.
Gebruik het apparaat niet als de batterij tijdens het gebruik,
het opladen of het opslaan een geur afgeeft, warmte
produceert, vervormt of zuur afgeeft.
Demonteer het apparaat niet, maar breng het naar een
gekwalificeerd servicecentrum.
Maak het apparaat schoon met een droge doek.
Gebruik geen oplosmiddelen of andere agressieve
reinigingsmiddelen.
Bewaar het apparaat op kamertemperatuur (20 - 25 °),
houd het uit de buurt van de zon en van warmtebronnen.
Beschrijving van de starter
Dit apparaat is een multifunctionele draagbare starter
uitgerust met een lithiumbatterij.
Het kan worden gebruikt als een noodstarter voor
motorvoertuigen met een 12 volt elektrisch systeem; kan 5V,
19V elektronische apparaten opladen / voeden.
Het is uitgerust met een LED-lamp met de licht-functie
continu/knipperend, SOS.
950693-00 14/06/19
NL
Bedieningen, signalen en accessoires Fig.1
A) Multifunctionele starter
B) Kabel met klemmen voor noodstart
C) Multi USB-kabel
D) 100 - 240V netvoeding
E) Laadkabel via 12V-sigarettenaansteker-aansluiting
F) Kabel voor computervoeding en adapters
1) Klemmen voor 12V-startklauwen
2) USB-uitgang voor 5V, 2,1A-voeding
3) Ingang voor 14V, 1A oplading
4) Mini-USB-ingang voor 5V oplading, 1A
5) Uitgangspoort voor computervoeding 19V, 3.5A
6) Laadtoestand-controletoets, USB-uitgang, LED-lamp
7) LED- Laadtoestand-indicator
8) LED-lamp
Gebruik het apparaat alleen als noodstarter voor de
voertuigbatterij. Gebruik het niet alleen, in plaats van
de batterij.
Vermijd de vorming van vlammen of vonken. Om vonken te
voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de klemmen tijdens
het opladen niet van de polen los kunnen raken.
Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals ventilatoren,
aandrijfriemen, katrollen.
Blijf uit de buurt van hete onderdelen, zoals de motor en het
koelsysteem, om brandwonden te voorkomen.
Voorkom kortsluiting van de klemmen daar deze altijd onder
spanning staan.
Voorkomt dat de rode en zwarte klem met elkaar in contact
raken. Ongewenste kortsluitingen van de aansluitklemmen
veroorzaakt door een elektrisch geleidend voorwerp
zoals een gereedschap, een juweel, enz., kunnen
voldoende warmte genereren om ernstige brandwonden,
een elektrische boog of spatten van gloeiend metaal te
veroorzaken.
Verwissel de polariteiten van de positieve "+" en negatieve
"-" aansluitklemmen niet
Handelingsvolgorde
De starterbatterij moet volledig zijn opgeladen (4
led-lampen aan).
Volg de opstartprocedure zorgvuldig op; als u dit
niet doet, kan dit leiden tot een kortere levensduur
van het apparaat.
1
Zorg ervoor dat de contactsleutel van het voertuig op
OFF staat: alle services uitgeschakeld.
2
Steek de kabel met de klemmen (B) in de aansluiting
(1).
3
Controleer de status van de led-lampjes op de
smart booster-kabel.
START LED + ERROR LED knipperen = starter
klaar voor gebruik.
LED ERROR AAN = De starterbatterij is te leeg:
laad de starter op.
4
Verbind de rode klem (+) met de positieve batterijpool
en de zwarte klem (-) met de negatieve batterijpool.
Als de accu op een voertuig is gemonteerd, sluit u eerst
de klem aan op de accupool die niet met de carrosserie
is verbonden. De tweede klem die met de carrosserie
is verbonden, moet op een punt zitten dat ver genoeg
is verwijderd van de accu en van de benzineleiding.
18
Noodstart