- Het lampje (5) gaat weer groen branden en het
geluidssignaal wordt gedeactiveerd als de ver-
binding met de ouder unit hersteld is;
OPMERKING: tijdens het inschakelen zoekt de
ouder unit het kanaal voor de verbinding met de
baby unit op. Het lampje (5) zal in dit geval groen
knipperen tot de verbinding gemaakt is.
- Indicatie apparaat uit:
het controlelampje (5) brandt niet.
- Indicatie oplaadbare batterijen (9) bijna leeg.
het controlelampje (5) brandt rood en tegelijkertijd
hoort u een geluidssignaal om de 2 seconden. We
raden u aan om de oplaadbare batterijen (9) op te
laden als u het apparaat nog altijd wilt gebruiken,
teneinde te vermijden dat het apparaat niet langer
zal functioneren. Laad de oplaadbare batterijen
(9) op door de adapter (1) op de connector voor
voeding en opladen (8) van de ouder unit aan te
sluiten. Het geluidssignaal wordt gedeactiveerd
zodra de batterij opgeladen wordt.
- Indicatie oplaadbare batterijen (9) worden op-
geladen: zodra de batterijen opgeladen worden,
brandt het controlelampje (5) rood en begint te
knipperen.
Laat de batterij opladen tot het controlelampje
(5) uit gaat.
U kunt de ouder unit gebruiken om de geluiden
van uw kind ook tijdens het opladen van de bat-
terijen te controleren. In dit geval zal het opladen
van de batterijen echter langer duren.
- Indicatie oplaadbare batterij opgeladen:
het controlelampje (5) brandt niet.
- 3 leds ter indicatie van het niveau van de gelui-
den die uw kind maakt (4):
ze gaan branden om 3 intensiteitsniveaus aan te
geven van het geluid dat door de microfoon (5)
van de baby unit opgevangen wordt.
Zo kan de ouder de geluiden die het kind maakt
ook controleren als de luidspreker van de ouder
unit (6) gedeactiveerd wordt.
: de eerste led gaat branden als de in-
tensiteit van de geluiden die uw kind
maakt redelijk laag is.
: de eerste en tweede led gaan branden
als de intensiteit van de geluiden die
uw kind maakt middelmatig is.
: de eerste, tweede en derde led gaan
branden als de intensiteit van de gelui-
den die uw kind maakt redelijk hoog is.
Let op!
Controleer altijd de activering van de
baby unit als u de ouder unit aangezet
heeft.
Controleer altijd of de ontvangst van het gezon-
den signaal op de voorziene afstand en/of in de
ruimtes mogelijk is als u de units aangezet heeft.
We raden u aan om met behulp van een familielid
het zenden van het signaal vanuit de kamer waar
de baby unit geplaatst is te testen door tegelijker-
tijd de ouder unit naar de voorziene ruimtes te
verplaatsen waarbij u controleert of het gezonden
signaal correct ontvangen wordt.
3. De oplaadbare batterijen van de ouder unit
installeren en vervangen.
Waarschuwingen: deze handelingen
mogen uitsluitend door een volwas-
sene verricht worden.
Let op: AANBEVELINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN DE BATTERIJEN.
- Gebruik voor de ouder unit uitsluitend de oplaad-
bare NiMH batterijen met code 20256300100.
- Verwijder de oplaadbare batterijen altijd als ze
leeg zijn en/of wanneer u het product lange tijd
niet gebruikt. Dat voorkomt dat de vloeistof uit de
lege batterijen loopt en de ouder unit en/of wat
er naast ligt beschadigt.
- Sluit de polen van de batterijen niet kort.
OPMERKING: De oplaadbare batterijen die met de
ouder unit zijn bijgeleverd zijn uitgeput als ze erg
snel leeglopen. In dit geval moet u de batterijen
vervangen (dit is normaal aangezien oplaadbare
batterijen met de tijd uitgeput raken).
- Laad de oplaadbare batterijen die bij de ouder
unit horen uitsluitend op met zijn adapter (1) die
bijgeleverd wordt (code 20256300200).
- Probeer niet-oplaadbare batterijen nooit op te
laden: ze kunnen ontploffen.
- Dit product is niet ontworpen voor werking op
lithiumbatterijen.
LET
OP:
gevaarlijke situaties veroorzaken.
- Laat de oplaadbare batterijen nooit leeg in de
ouder unit. Laad ze onmiddellijk op (of vervang
ze als ze uitgeput zijn). Ze kunnen corrosieve en/
of gevaarlijke vloeistoffen lekken.
49
onjuist
gebruik
kan