NL
1-
3 1,5 V AAA/UM4/RO3 batterijen in de batterijenafdeling van de hoofdeenheid invoegen : het rode Led knippert.
2-
Op een toets van de afstandbediening drukken totdat het rode Led van de centrale eenheid stopt en totdat een
groen Led knippert 4 keer, stopt en voortbrengt 4 bliepen. Geen Led gaat branden. Het alarm is nu in gebruik.
3-
De hoofdeenheid aan het produkt te beschermen ophalen.
Op de toets "ALARM" van de afstandbediening drukken. 1 bliep wordt gehoord en het rode Led knippert al de 3
seconden ongeveer. Het alarm is geactiveerd.
4-
De mindere tilling op de centrale eenheid maakt het sireen tijdens 20 seconden werken. Met alle poging van
kabelsnijden start het sireen ook.
5-
Om het alarm te desactiveren, op knop "Alarm" van de afstandbediening drukken: 2 bliepen worden op de cen-
trale eenheid gehoord tegelijkertijd dan 2 knipperingen van het rode led. Het alarm is ontactiveerd.
6-
"Paniek" knop :
In geval van onmiddellijk gevaar of aanval, op de toets "PANIEK" van de afstandbediening drukken: het sirene werkt
tijdens 20 seconden. Om te ontactiveren als het sireen werkt, op de toets "Alarm" van de afstandbediening drukken.
7-
Selectie van de gevoeligheid :
Altijd op de toets "Alarm" van de afstandbediening drukken. Bliepen worden gehoord. Zodra het rode led en het
groene led beginnen afwisselend van elkaar te knipperen, de knop "Alarm" losser te maken.
Als het rode led aangestoken is is de gevoeligheid ten hoogste is.
Als het groene led aangestoke is is de gevoeligheid ten laagste is.
Om van een gevoeligheid aan een andere te gaan, "Alarm" op de afstandbediening drukken. Na enkele 10 secon-
den, wordt de gevoeligheid automatisch opgenomen en 4 bliepen worden gehoord.
8-
Zwakke batterijen in de hoofdeenheid :
Als de batterijen zwak zijn, 1 bliep wordt gehoord ongeveer al de 20 seconden. Nieuwe batterijen invoegen en para-
graf 1- en 2- lezen.
9-
Zwakke batterijen in de afstandbediening :
Als het rode led hoe langer hoe meer zwak is, moet men de A23 batterij veranderen.
10-
De gebruikte batterijen moeten niet weggegooid zijn. Ze moeten naar een batterijenrecyclingdienst terugge-
bracht worden.