SND/RTN (MIDI LFO)
Hierop kunt u een externe effectgenerator, enz. aansluiten.
Door op de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets te drukken, kunnen MIDI-compatibele
software en apparatuur worden aangestuurd via MIDI-signalen.
1
SND/RTN
Hierop kunt u een externe effectgenerator, enz. aansluiten.
SEND
RETURN
0
9
9
9
9
0
0
-26
/
6
-26
/
6
-26
/
6
-26
/
6
12
12
12
12
-26
/
6
-26
/
6
-26
/
6
-26
/
6
TALK
OFF
ON
OVER
-26
/
6
-26
/
6
-26
/
6
-26
/
6
DJM-900SRT Serato DJ Edition
,
toetsen (parameter 1) —
BEAT
TIME instelling (parameter 2)
—
LEVEL/DEPTH instelling (para-
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via
meter 3)
de [RETURN]-aansluiting.
X-PAD (parameter 4)
—
MIDI LFO
Het MIDI-signaal (0 – 127) golfvorm wordt gewijzigd overeenkomstig het tempo van
het fragment.
Het golfvormpatroon van het MIDI-signaal verandert telkens wanneer er op
[LFO FORM (WAKE UP)] wordt gedrukt.
Gebruik deze om een uitvoertijd voor de golfvorm in te stellen
,
toetsen (parameter 1)
BEAT
van 1/4 – 64/1 ten opzichte van 1 beat van de BPM.
TIME instelling (parameter 2)
Gebruik deze om de uitvoertijd voor de golfvorm in te stellen.
LEVEL/DEPTH instelling (para-
—
meter 3)
X-PAD (parameter 4)
Dit wijzigt het golfvormpatroon van het MIDI-signaal.
Wanneer [MIDI LFO] is geselecteerd, wordt het geluid van de externe effectgenerator die is
verbonden met de [RETURN]-aansluiting niet ontvangen.
1 Wanneer [CF.A], [CF.B] of [MASTER] is geselecteerd met de effectkanaal-keuze-
schakelaar en als het geluid van het kanaal dat u wilt volgen niet wordt geprodu-
ceerd via het [MASTER]-kanaal, kan het effectgeluid niet worden gevolgd, ook
niet als er op de [CUE]-toets voor [BEAT EFFECTS] wordt gedrukt.
2 Als het effect uit is, kan er niet worden meegeluisterd, ook niet als er op de [CUE]
toets voor [BEAT EFFECTS] wordt gedrukt.
20 20
Nl
Effectgenerator