OBJ_BUCH-2433-001.book Page 63 Friday, March 6, 2015 12:37 PM
Gebruik altijd zaagbladen met de juiste maat
en vorm (ruitvormig of rond) van het opname-
boorgat. Zaagbladen die niet bij de montagede-
len van de zaagmachine passen, lopen niet rond
en leiden tot het verliezen van de controle.
Gebruik nooit beschadigde of verkeerde on-
derlegringen of schroeven voor het zaagblad.
De onderlegringen en schroeven voor het zaag-
blad zijn speciaal geconstrueerd voor deze zaag-
machine, voor optimaal vermogen en optimale
bedrijfszekerheid.
Terugslag – Oorzaken en bijbehorende veilig-
heidsvoorschriften
– Een terugslag is de plotselinge reactie als ge-
volg van een vasthakend, vastklemmend of ver-
keerd gericht zaagblad, die ertoe leidt dat een
ongecontroleerde zaagmachine uit het werkstuk
omhoogkomt en in de richting van de bedienen-
de persoon beweegt;
– Als het zaagblad in de zich sluitende zaag-
groef vasthaakt of vastklemt, wordt het geblok-
keerd en slaat de motorkracht de zaagmachine
in de richting van de bedienende persoon terug;
– Als het zaagblad in de zaaggroef wordt ge-
draaid of verkeerd wordt gericht, kunnen de tan-
den van de achterste zaagbladrand in het opper-
vlak van het werkstuk vasthaken, waardoor het
zaagblad uit de zaaggroef beweegt en de zaag-
machine terugspringt in de richting van de be-
dienende persoon.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
of onjuiste gebruiksomstandigheden van de
zaagmachine. Terugslag kan worden voorko-
men door geschikte voorzorgsmaatregelen, zo-
als hieronder beschreven.
Houd de zaag vast en breng uw armen in een
positie waarin u de terugslagkrachten kunt op-
vangen. Sta altijd aan de zijkant van het zaag-
blad, nooit het zaagblad in een lijn met uw li-
chaam brengen. Bij een terugslag kan de zaag
achteruit springen, maar de bedienende per-
soon kan door geschikte voorzorgsmaatregelen
de terugslagkrachten beheersen.
Als het zaagblad vastklemt of als u de werk-
zaamheden onderbreekt, schakelt u de zaag-
machine uit en houdt u deze rustig in het werk-
stuk totdat het zaagblad tot stilstand is
gekomen. Probeer nooit om de zaagmachine
uit het werkstuk te verwijderen of de machine
achteruit te trekken zolang het zaagblad be-
weegt. Anders kan er een terugslag optreden.
Stel de oorzaak van het vastklemmen van het
zaagblad vast en maak deze ongedaan.
Als u een zaagmachine die in het werkstuk
steekt weer wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaaggroef en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn vastge-
haakt. Als het zaagblad vastklemt, kan het uit
1 619 P12 705 • 6.3.15
het werkstuk bewegen of een terugslag veroor-
zaken wanneer de zaagmachine opnieuw wordt
gestart.
Ondersteun grote platen om het risico van een
terugslag door een vastklemmend zaagblad te
verminderen. Grote platen kunnen onder hun ei-
gen gewicht doorbuigen. Platen moeten aan bei-
de zijden worden ondersteund, zowel in de buurt
van de zaagopening als aan de rand.
Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbla-
den. Zaagbladen met stompe of verkeerd ge-
richte tanden veroorzaken door een te nauwe
zaagopening een verhoogde wrijving, vastklem-
men van het zaagblad of terugslag.
Draai voor het begin van de zaagwerkzaamhe-
den de instellingen voor de zaagdiepte en de
zaaghoek vast. Als de instellingen tijdens het za-
gen veranderen, kan het zaagblad vastklemmen
en kan er een terugslag optreden.
Wees bijzonder voorzichtig bij zaagwerkzaam-
heden in bestaande muren of andere plaatsen
zonder voldoende zicht. Het invallende zaag-
blad kan bij zaagwerkzaamheden in niet-zichtba-
re voorwerpen blokkeren en een terugslag ver-
oorzaken.
Functie van onderste beschermkap
Controleer voor elk gebruik of de onderste be-
schermkap correct sluit. Gebruik de zaagma-
chine niet als de onderste beschermkap niet vrij
kan bewegen en niet onmiddellijk sluit. Klem of
bind de onderste beschermkap nooit in de ge-
opende stand vast. Als de zaagmachine op de
vloer valt, kan de onderste beschermkap verbo-
gen worden. Open de beschermkap met de terug-
trekhendel en controleer dat de kap vrij beweegt
en dat deze bij alle zaaghoeken en zaagdiepten
het zaagblad of andere delen niet aanraakt.
Controleer de functie van de veer voor de on-
derste beschermkap. Als de onderste be-
schermkap en de veer niet correct werken,
dient u de zaagmachine te laten repareren
voordat u deze gebruikt. Beschadigde delen,
plakkende aanslag of ophoping van spanen la-
ten de onderste beschermkap vertraagd werken.
Open de onderste beschermkap met de hand
alleen bij bijzondere snedes, zoals „inval- en
haakse snedes". Open de onderste bescherm-
kap met de terugtrekhendel en laat deze los
zodra het zaagblad in het werkstuk valt. Bij alle
andere zaagwerkzaamheden moet de onderste
beschermkap automatisch werken.
Leg de zaagmachine niet op de werkbank of
op de vloer zonder dat de onderste bescherm-
kap het zaagblad bedekt. Een onbeschermd
uitlopend zaagblad beweegt de zaagmachine te-
gen de zaagrichting en zaagt wat er in de weg
komt. Let op de uitlooptijd van de zaagmachine.
Nederlands | 63