(Figure 7)
13.
Als het printerstuurprogramma al is geï nstalleerd, wordt u
gevraagd of u dit wilt behouden of vervangen. Klik op Next
(Volgende). Geef een naam op voor de printer en kies of u deze
printer als uw standaardprinter wilt instellen. Klik daarna op Next
(Volgende). (Figure 8)
14.
Kies vervolgens of u de printer wilt delen met andere
netwerkgebruikers, druk een testpagina (selecteer No. (Aantal))
af, enz. Selecteer het geschikte keuzerondje en klik op Next
(Volgende) en Finish (Voltooien). (Figure 8)
15.
Voltooi de installatie in de installatiewizard door de
geï nstalleerde printer te markeren in de lijst Select a Printer
(Printer selecteren) en klik op Next (Volgende) -> Finish
(Voltooien). (Figure 8)
16.
Ga in het Windows-systeem naar Start -> Printers and Faxes
(Printers en faxapparaten) en markeer uw nieuw
geï nstalleerde printer. (Figure 9)
17.
Klik met de rechtermuisknop, selecteer Properties
(Eigenschappen) -> Ports (Poorten) en controleer of de poort
van de afdrukserver verschijnt.
(Figure 10)
18.
Ga naar General (Algemeen). Klik op Print Test Page
(Testpagina afdrukken) om de configuratie te controleren.
(Figure 11)
19.
Klaar.
Opmerking:
Als u meer afdrukservers wilt installeren, start u de installatiewizard via
het Windows-menu Start -> All Programs (Alle programma's) ->
Network Print Server (Netwerkafdrukserver) -> PSWzard en
herhaal de installatieprocedure.
Alle inhoud kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Technische ondersteuning
Hartelijk dank voor het aanschaffen van LevelOne-producten. Op de
internetpagina van LeveOne staan de meest recente
35