6.2
Applicatie specifieke gegevens
Verzuim niet om de waarde hieronder in te vullen. Deze zijn nodig wanneer om een of andere rede de unit zijn
configuratie zou verliezen. Bijvoorbeeld bij een langdurig stroomverlies.
Voor het configureren van de frequentieregelaar dienen bepaalde waardes bepaald te worden.
6.2.1
Bepaal de druk (referentiewaarde) die gebruikt moet worden voor de applicatie (op het meetpunt van de
drukopnemer).
WAARDE:___________________Pa.
6.2.2
Noteer de laagste metingswaarde van de drukopnemer.
WAARDE:___________________Pa. (meestal 0 Pa.)
6.2.3
Noteer de hoogste metingswaarde van de drukopnemer.
WAARDE:___________________Pa. (meestal 0 Pa.)
6.2.4
Noteer het vermogen van de motor.
WAARDE:___________________ kW.
6.2.5
Noteer het voltage van de motor.
WAARDE:___________________V.
6.2.6
Noteer de nominale Frequentie van de motor.
WAARDE:___________________Hz. (50/60)
6.2.7
Noteer de gebruikstroom van de motor.
WAARDE:___________________A.
6.2.8.
Noteer de rotatiesnelheid van de motor.
WAARDE:___________________rpm.
Tijd voor toerental verhogen/ verlagen
Hou er rekening mee dat deze tijd uniek is voor elke installatie en motor. Raadpleeg een elektricien voordat u
deze waarde verandert. Standaard voorbeeld: een 4 kW motor optoer tijd 5 sec. verlagen 5 sec.
6.2.8
Noteer de voor het verhogen van het toerental van de motor.
WAARDE:___________________ sec.
6.2.9
Noteer de voor het verlagen van het toerental van de motor.
WAARDE:___________________ sec.
8 / 10