FOUTMELDINGEN
Probleemoplossing
Het apparaat werkt niet
Tijdens de automatische werking licht
de luchtkwaliteitsindicator rood op of
worden de fijnstofgegevens (μg/m³ /
PM2,5) hoger.
Het is moeilijk om een geur weg te
krijgen
Het is moeilijk om een
luchtverontreiniging weg te krijgen.
De lucht in de ruimte is verontreinigd,
maar het toestel werkt niet op
maximaal ventilatorvermogen of het
lampje licht niet rood op.
Vragen en antwoorden:
1. Het bedieningspaneel licht niet op?
Controleer of de voeding correct is, of de stekker in het stopcontact zit en of het frontpaneel correct is
gemonteerd.
2. Knippert het bericht "Replace filter"?
Het filter heeft zijn maximale werkingstijd bereikt. Vervang het filter.
3. Waarom wordt het geluid tijdens de werking van het apparaat luider?
Er heeft zich te veel stof verzameld op het voorfilter. Reinig of vervang het filter.
4. Waarom is de luchtverontreiniging in de kamer zo hoog?
Controleer of deuren en ramen gesloten zijn. Ga na of er andere bronnen van vervuiling zijn.
5. Waarom neemt het effect van de luchtzuivering af?
Het apparaat kan gebruikt zijn in een gebied met een hoge stofconcentratie, waardoor het filter voortijdig
zijn filterlimiet heeft bereikt. Reinig het voorfilter en/of vervang het combifilter.
6. Kan het combifilter worden gereinigd?
Het combifilter kan niet worden gereinigd vanwege de gecompliceerde structuur ervan. Het is een
wegwerpartikel.
7. Wat is de levensduur van het filter?
Onder normale omstandigheden binnenshuis kan het filter tot 12 maanden worden gebruikt. Bij gebruik
in ruimten die blootstaan aan hoge belastingen kan de levensduur korter zijn.
8. Waar kan ik vervangingsfilters of reserveonderdelen kopen?
Neem contact op met uw speciaalzaak of met Promed GmbH (www.promed.de)
Is de stekker uit het stopcontact getrokken?
- Steek de stekker weer in het stopcontact.
Is de frontplaat verwijderd?
- Monteer de frontplaat weer
Staat het apparaat op een schuine ondergrond?
- Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond
De luchtkwaliteitssensor kan blootgesteld zijn geweest aan
waterdamp, dampen en sprays. Plaats het apparaat in een
andere schone omgeving om opnieuw een test uit te voeren.
Verwijder de sensorafdekking (C) en veeg de sensorlens af
met een schoon wattenstaafje.
Controleer het filter op beschadiging of op aanhechting van
vreemde stoffen. Verwijder het combifilter, laat het goed aan
de lucht drogen (uit het zonlicht). Als er geen verbetering
optreedt, vervangt u het filter.
Reinig het voorfilter. Als er geen verbetering optreedt,
vervangt u het filter.
Het apparaat is geplaatst op een ongeschikte plaats (nis of
hoek van de kamer). Verander de plaats van het apparaat
of zet het ventilatorvermogen op de hoogste stand.
53
DE
EN
FR
IT
ES
NL
RU
PL
SE
AR