NL
WAARSCHUWING :
• Het is gevaarlijk om dit product gebruiken op
een hoog oppervlak, met uitzondering van de
steun die door de fabrikant wordt verkocht en
goedgekeurd is.
WAARSCHUWING :
• Om verstikkingsgevaar te voorkomen dienen
plastic zakken buiten bereik van baby's en
kinderen bewaard te worden.
• Gebruik altijd de veiligheidsgordel die bij het
product is geleverd.
• Controleer vóór gebruik of alle
vergrendelmechanismen goed zijn vastgemaakt.
• Men mag nooit een 2de matras toevoegen
bovenop het originele matras van de draagwieg.
• Mag uitsluitend geplaatst worden op een
harde, droge en volledig horizontale, vlakke
ondergrond.
• Plaats de draagwieg nooit in de nabijheid van
open vlammen, elektrische warmtebronnen of
warmtebronnen voortkomend uit gas enz...
1. Model goedgekeurd voor groep 0 (kinderen van
minder dan 10 kg).
2. Het gebruik van de veiligheidskit is verplicht om
de draagwieg als veilig autobed te gebruiken.
3. De veiligheidskit mag uitsluitend gebruikt
worden in combinatie met de draagwieg
waarvoor de veiligheidskit bestemd is.
NL
6 0
( )
4. Om baby's hoofdje optimaal te beschermen bij
een eventuele zijdelingse aanrijding is het zeer
belangrijk dat het hoofdje van het kindje NIET
aan de kant van het portier geplaatst wordt.
(zie tekening)
5. De draagwieg mag uitsluitend op de achterbank
van het voertuig geplaatst worden met gebruik van
een 2 of 3-puntsgordel, met of zonder oprolsysteem,
conform aan het reglement R 16 ECE/EEG.
6. Plaats de reiswieg met de lange zijde tegen de
rugleuning van de achterbank.
7. Span de draagwieg dicht tegen de rugleuning
van de achterbank aan. Controleer of de
gordels correct geplaatst en opgespannen zijn.
8. De passagiersstoel en de stoel van de
bestuurder dienen zo ver mogelijk naar voor
geschoven te worden zodat het kind er zich niet
aan kan verwonden.
9. Gebruik geen andere dragende contactpunten
dan diegene hier worden beschreven.
10. Bij gebruik als autobed dienen de handvaten
naar beneden gedrukt te worden.
11. Voor uw veiligheid en de veiligheid van uw kind,
ongeacht de lengte en tijdsduur van het traject:
bevestig ALTIJD de draagwieg in de auto, maak
uw kind ALTIJD vast met behulp van het harnas.
12. Nadat u het kind in de draagwieg gelegd
heeft, dient u de spanning van het harnas te
controleren, span het aan indien nodig, het
harnas mag niet gedraaid zijn.
13. In bepaalde gevallen kan de riem van de
autgordelsluiting te lang zijn waardoor de
draagwieg niet stevig geplaatst kan worden.
Bij een soortgelijke situatie adviseren wij u