LL501DC laser rood:
Waarschuwing - Laserstralen
Kijk nooit in de lichtstraal
Laser Klasse 2
volgens EN60825-1: 2014;
λ λ : 620-690 nm; P< _ 1mW
LL502DC laser groen:
Waarschuwing - Laserstralen
Kijk nooit in de lichtstraal
Laser Klasse 2
volgens EN60825-1: 2014;
λ λ : 510-530 nm; P< _ 1mW
2. PRODUCTINFORMATIE
Bedoeld gebruik
De kruislijnlaser is bedoeld voor het bepalen en
controleren van horizontale en verticale lijnen op
muren, daarom is de laser ideaal voor het uitlijnen
van voorwerpen zoals tegels of schilderijen. De
kruislijnlaser is geschikt voor gebruik binnenshuis.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Model Nr.
Aantal laserstralen
Richting van de laserstralen
Kleur van de laserstraal
Laserstraal golflengte
Laserklasse
Werkbereik*
Nauwkeurigheid
Zelfnivellerend bereik
Zelfnivellering tijdsduur
Beschermingsklasse
Statief schroefdraad
Aanbevolen statief
Bedrijfstijd, max.
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Batterij
Gewicht (zonder batterijen)
Afmetingen
WWW.VONROC.COM
LL501DC
LL502DC
2
Loodlijn/waterpas
Rood
Groen
620 ~ 690 nm 510 ~ 530 nm
II (<mW) volgens
EN60825-1: 2014;
10m
18m
± 0.8 mm/m
± 5°
4 s
IP 20
1/4"
LL801AA
14 uren
4 uren
-10 ~ 40 °C
-20 ~ 70 °C
2x 1,5V type LR03 AAA
(alkaline)
190 g
65x55x70 mm
* Het werkbereik kan worden verkleind door een
ongunstige werkomgeving (bijv. direct zonlicht).
BESCHRIJVING
De nummers in de tekst verwijzen naar de diagram-
men op pagina 2-4.
Afb. A
1. Bedieningsmodus-knop / aan / uit
2. Vergrendeling / aan / uit
3. Uitgang laserstraal
4. ¼ inch schroefdraad voor statief
5. Batterijklepje
6. Universele klem
7. Klemmen
8. Vergrendelingsknop (voor klemmen)
9. Afstelknop (voor kogelverbinding)
3. ASSEMBLAGE
De batterijen inzetten / vervangen (Afb. B)
1. Open het batterijklepje (5).
2. Indien van toepassing, verwijder de oude batterijen.
3. Plaats batterijen met de juiste polariteit volgens
de aanduiding.
4. Sluit het klepje (5) van het batterijvak.
De universele klem gebruiken (Afb. C)
1. Schroef de universele klem (6) op de statief
schroefdraad (4) van het apparaat.
2. Draai de vergrendelingsknop (8) los en duw de
klemmen (7) uiteen tot ze op het montageop-
pervlak passen.
3. Draai de vergrendelingsknop (8) vast tot de
klemmen van de universele klem (6) stevig op
het montageoppervlak vastzitten en het appa-
raat niet meer kan bewegen.
4. Draai de afstelknop (9) los.
5. Draai het apparaat in de gewenste stand.
6. Draai de afstelknop (9) weer vast.
7. Om de klemmen te verwijderen maakt u de
universele klem (6) los tot de klemmen eenvou-
dig van het montageoppervlak kunnen worden
verwijderd.
Een statief gebruiken (niet meegeleverd)
1. Plaats het apparaat met de 1/4" schroefdraad
(4) op de schroefdraad van het statief of een
conventioneel camerastatief.
2. Lijn het statief ruwweg uit voordat u het appa-
raat inschakelt.
NL
15