N L
B E
Batterijen niet kortsluiten.
•
Probeer niet om niet-oplaad-
•
bare batterijen op te laden.
Batterijen niet te ver ontladen!
•
Oude en nieuwe batterijen en
•
batterijen van verschillende
types of fabrikaten niet tege-
lijkertijd gebruiken! Vervang
alle batterijen van een set
tegelijkertijd.
Verwijder lege batterijen per
•
omgaande uit het apparaat en
voer ze op de juiste wijze af!
Batterijen niet verhitten!
•
Niet rechtstreeks aan batteri-
•
jen lassen of solderen!
Batterijen niet ontmantelen!
•
Batterijen niet vervormen!
•
Batterijen niet in open vuur
•
gooien!
Batterijen buiten bereik van
•
kinderen bewaren.
Laat kinderen geen batterijen
•
vervangen zonder er toezicht
op te houden!
Bewaar batterijen niet in de
•
buurt van open vuur, kachels
of andere hittebronnen. De
batterij niet in direct zonlicht
leggen en deze niet bij heet
weer in voertuigen gebruiken
of opslaan.
Ongebruikte batterijen in de
•
originele verpakking bewaren
en weghouden bij metalen
voorwerpen. Uitgepakte bat-
terijen niet mengen of door
elkaar gooien! Dit kan tot een
kortsluiting van de batterij en
beschadigingen, verbrandin-
gen en brandgevaar leiden.
3 6
Neem de batterijen uit het ap-
•
paraat, wanneer dit langere
tijd niet worden gebruikt, ten-
zij het om noodgevallen gaat!
Batterijen die zijn uitgelopen,
•
NOOIT zonder adequate
bescherming vastpakken.
Wanneer de uitgelopen vloei-
stof met de huid in aanraking
komt, zou u de huid op die
plek meteen onder een lopen-
de kraan moeten afspoelen.
Voorkom in ieder geval dat
ogen en mond met de vlo-
eistof in aanraking komen.
Gebeurt dat wel, dan dient u
per omgaande een arts op te
zoeken.
Batterijcontacten en ook de
•
contracontacten reinigen
voordat de batterijen worden
ingelegd.
Ingebruikname
Batterijen plaatsen/
vervangen
1. Open het batterijvak (3).
2. Plaats twee AAA-batterijen.
Let erop dat de batterijen
in overeenstemming met de
afbeelding in het batterijvak
worden geplaatst.
3. Sluit het batterijvak (3).
Bij een geringe lading
van de batterij knippert
de LED-ring (2) rood.