BEDIENING
BASISBEDIENING
Hoofdmicrofoon-invoer
2
3
4
5
6
Fadercurve
1. Zet de POWER schakelaar op het achterpaneel (aan-
sluitingenpaneel) op ON.
2. Stel de ingangskeuzeschakelaars voor de kanalen die
gebruikt worden in op de apparaten die op deze kanalen
zijn aangesloten.
3. Gebruik de TRIM regelaar om het ingangsniveau in te
stellen.
4. Stel de klank in met de EQ regelaars (HI, MID, LOW).
5. Stel het volume van het kanaal in met de kanaalfader-
schuifregelaar.
6. Bij kruisfaden tussen de kanalen gebruikt u de CROSS
FADER ASSIGN schakelaar om kanaal [A] of kanaal [B] van
de kruisfader te kiezen en dan bedient u de kruisfader.
÷ Wanneer u de kruisfader niet gebruikt, kiest u [THRU] met de
CROSS FADER ASSIGN schakelaars.
7. Bij gebruik van de isolator schakelt u de MASTER
ISOLATOR toets ON en stelt dan het niveau van elke
bandbreedte af met de MASTER ISOLATOR regelaars
(HI, MID, LOW).
÷ De MASTER ISOLATOR toets licht op wanneer deze op ON staat.
8. Gebruik de MASTER faderschuifregelaar om het totale
volume in te stellen en stel dan de linker en rechter
volumebalans in met de MASTER BALANCE regelaar.
[Hoofdmicrofoon-invoer]
1. Bij gebruik van de hoofdmicrofoon moet u de MIC
keuzeschakelaar op [ON] of op [TALK OVER] zetten.
÷ Als de schakelaar op [TALK OVER] wordt gezet, zal alle
geluid, behalve het geluid van de hoofdmicrofoon, met
20 dB verzwakt worden wanneer een geluid van meer dan
–15 dB wordt ingevoerd bij de hoofdmicrofoon-ingang.
2. Stel het volume met de MIC LEVEL regelaar in en stel de
klank met de MIC EQ regelaars (HI, LOW) in.
[Cabinemonitor-uitvoer]
1. Stel het volume met de BOOTH MONITOR regelaar
(LEVEL) in.
÷ Het volume kan worden geregeld met de BOOTH MONITOR
regelaar (LEVEL), ongeacht de instelling van de MASTER
faderschuifregelaar.
2. Stel de klank met de BOOTH MONITOR regelaar (HI
"hogetonengeluid") en de BOOTH MONITOR regelaar
(LOW "lagetonengeluid") in.
Cabinemonitor-uitvoer
1
7
–26
+6
8
Hoofdtelefoon-uitvoer
[Hoofdtelefoon-uitvoer]
1. Kies de bron met de hoofdtelefoon CUE toets (kanaal
1-6, MASTER, RETURN 1, RETURN 2.)
÷ De gekozen hoofdtelefoon CUE toets zal helder oplichten.
2. Gebruik de HEADPHONES keuzeschakelaar (MONO SPLIT/
STEREO) om het formaat van de audio-uitvoer te selecteren.
÷ Als [MONO SPLIT] is gekozen, zal het geluid dat gekozen is met
de CUE toets via het linker kanaal worden uitgevoerd en het
hoofdgeluid (alleen geactiveerd wanneer de CUE toets voor de
MASTER op ON is gezet) wordt via het rechter kanaal uitgevoerd.
÷ Als [STEREO] is gekozen, zal het geluid dat gekozen is met
de CUE toets in stereo worden uitgevoerd.
3. Als [MONO SPLIT] is gekozen, gebruik dan de
HEADPHONES regelaar (MIXING) om de balans tussen
het linker kanaal (gekozen met de hoofdtelefoon CUE
toets) en het rechter kanaal (hoofdgeluid—wordt alleen
ondersteund wanneer de hoofdtelefoon CUE toets voor
MASTER op ON staat) in te stellen.
÷ Als de regelaar rechtsom is gedraaid (MASTER richting) wordt
de hoofduitvoer uitgevoerd (alleen wanneer de CUE toets voor
MASTER op ON staat) en als de regelaar linksom is gedraaid
(CUE richting) wordt het geluid dat gekozen is met de CUE
toets uitgevoerd.
4. Stel het volume van de hoofdtelefoon met de
HEADPHONES regelaar (LEVEL) in.
INSTELLEN VAN DE FADERCURVE
Gebruik de volgende functies voor het instellen van de
eigenschappen van de geluidsvolumewijziging overeenkomstig de
bediening van de fader.
7 Draai aan de CURVE ADJUST regelaar (CH FADER) en stel
de curve-eigenschappen van de kanaalfader af.
÷ Als de regelaar volledig naar rechts wordt gedraaid, zal bij
het omhooghalen van de fader het volume praktisch lineair
veranderen (gelijk aan de B-curve).
÷ Als de regelaar volledig naar links wordt gedraaid, zal de
volumecurve zodanig veranderen dat het geluidsvolume
geleidelijk toeneemt totdat de fader praktisch geheel
omhooggehaald is.
÷ De curven van de kanalen 1-6 zullen alle tegelijk veranderen.
CH FADER
CH FADER
7 Draai aan de CURVE ADJUST regelaar (CROSS FADER) en
stel de curve-eigenschappen van de kruisfader af.
÷ Als de regelaar helemaal naar rechts wordt gedraaid, zal de
kruisfader een steil stijgende curve worden en is meteen het
geluid van de tegenovergestelde kant hoorbaar wanneer de
fader vanaf de zijkant wordt verplaatst.
÷ Als de regelaar helemaal naar links wordt gedraaid, zal de
kruisfader een praktisch lineaire volumewijzigingscurve
hebben.
÷ De curven van de A en B kant zullen meteen veranderen.
CROSS FADER
CROSS FADER
BEDIENING
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
A
B
B
A
A
B
77
<DRB1372>
Du