NL
Voor uw veiligheid.
Gebruik dit elektrische gereedschap niet voordat u
deze gebruiksaanwijzing en de meegeleverde
„Algemene veiligheidsvoorschriften" (document-
nummer 3 41 30 054 06 1) grondig heeft gelezen en vol-
ledig heeft begrepen. Bewaar deze documentatie voor
later gebruik en geef ze mee wanneer u het elektrische
gereedschap doorgeeft of verkoopt.
Neem ook de geldende nationale arbeidsveiligheidsregels
in acht.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften.
Schuurwerkzaamheden met schuurpapier en polijstwerk-
zaamheden met dit elektrische gereedschap worden afge-
raden. De uitvoering van werkzaamheden waarvoor dit
elektrische gereedschap niet is geconstrueerd, kan gevaar
veroorzaken en tot verwondingen leiden.
Er mogen geen plaatjes of symbolen op het elektrische
gereedschap worden geschroefd of geniet. Een bescha-
digde isolatie biedt geen bescherming tegen een elektri-
sche schok. Gebruik stickers.
Gebruik veiligheidsuitrusting. Gebruik, afhankelijk van de
toepassing, een gezichtsbescherming of veiligheidsbril.
Gebruik, indien van toepassing, een stofmasker, gehoorbe-
scherming, handschoenen en een werkschort. Deze moeten
geschikt zijn om u tegen deeltjes van slijp- en schuurtoebe-
horen en werkstukdeeltjes te beschermen. De veiligheids-
bril moet geschikt zijn om bij verschillende
werkzaamheden weggeslingerde deeltjes af te weren.
Het stof- of ademmasker moet in staat zijn om de tijdens
de werkzaamheden ontstaande deeltjes te filteren. Een
langdurig hoge geluidsbelasting kan tot gehoorverlies lei-
den.
Ga zorgvuldig met het slijp- en schuurtoebehoren om en
bewaar het volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Beschadigd slijp- en schuurtoebehoren kan scheuren en
tijdens de werkzaamheden barsten.
Het nominale toerental van het slijp- en schuurtoebehoren
moet minstens gelijk zijn aan het maximale, op het elektri-
sche gereedschap aangegeven toerental. Slijp- en schuur-
toebehoren dat sneller draait dan is toegestaan, kan
barsten.
Gebruik slijp- en schuurtoebehoren alleen volgens de
bestemming. Met doorslijpschijven mogen bijvoorbeeld
geen schuur- of afbraamwerkzaamheden worden uitge-
voerd. Doorslijpschijven zijn bedoeld voor materiaalaf-
name met de rand van de schijf. Als op een dergelijke
schijf een zijwaartse kracht wordt uitgeoefend, kan deze
barsten.
Gebruik geen toebehoren dat niet speciaal door de fabri-
kant van het elektrische gereedschap is ontwikkeld of vrij-
gegeven. Een veilig gebruik is niet alleen gegeven door
het feit dat een toebehoren op uw elektrische gereed-
schap past.
Gebruik geen toebehoren waarvoor vloeibare koelmiddelen
vereist zijn. Het gebruik van water of andere vloeibare
koelmiddelen kan tot de dood of tot letsel door een
elektrische schok leiden.
28
De buitendiameter en de dikte van het slijp- of schuurtoe-
behoren moeten overeenkomen met de maatsgegevens van
het elektrische gereedschap. Slijp- of schuurtoebehoren
met verkeerde afmetingen kan niet passend worden
bevestigd of geleid.
De boorgaten van het slijp- en schuurtoebehoren, de flen-
zen, de steunschijf en het andere toebehoren moeten nauw-
keurig bij de uitgaande as van het elektrische gereedschap
passen. Slijp- en schuurtoebehoren met boorgaten die
niet op de uitgaande as van het elektrische gereedschap
passen, lopen met onbalans en trillen sterk. U kunt daar-
door de controle over het elektrische gereedschap ver-
liezen.
Gebruik geen versleten slijp- en schuurtoebehoren van gro-
tere elektrische gereedschappen. Voor grotere elektri-
sche gereedschappen bedoeld slijp- en
schuurtoebehoren is niet geschikt voor de hogere toe-
rentallen van de kleinere elektrische gereedschappen en
kunnen tijdens de werkzaamheden barsten.
Gebruik geen beschadigd slijp- en schuurtoebehoren. Con-
troleer voor het gebruik altijd inzetgereedschappen zoals
slijp- en schuurtoebehoren op afsplinteringen en sprongen,
steunschijven op sprongen, scheuren of sterke slijtage en
draadborstels op losse of gebroken draden. Als het elektri-
sche gereedschap of het slijp- of schuurtoebehoren valt,
dient u het op beschadiging te controleren of een onbescha-
digd slijp- of schuurtoebehoren te monteren. Na de controle
en montage van het slijp- en schuurtoebehoren dient u en
dienen andere, zich in de buurt bevindende personen een
positie buiten het rotatievlak van het slijp- en schuurtoebe-
horen in te nemen. Laat vervolgens het elektrische gereed-
schap een minuut lang met het maximale onbelaste
toerental lopen. In het normale geval barst beschadigd
slijp- en schuurtoebehoren bij dergelijk proefdraaien.
Controleer of het slijp- en schuurtoebehoren volgens de
voorschriften van de fabrikant gemonteerd is. Het gemon-
teerde slijp- en schuurtoebehoren moet vrij kunnen
draaien. Verkeerd gemonteerd slijp- en schuurtoebeho-
ren kan tijdens de werkzaamheden losraken en wegge-
slingerd worden.
Gebruik voor het door u gekozen slijp- en schuurtoebehoren
altijd een onbeschadigde flens met de juiste afmeting en
vorm. Juiste flenzen steunen het slijp- en schuurtoebeho-
ren op betrouwbare wijze en verminderen zo de kans op
barsten. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen verschil-
len van flenzen voor afbraamschijven.
Werk altijd met de extra handgreep. De extra handgreep
waarborgt een betrouwbare geleiding van het elektrische
gereedschap.
Gebruik alleen voor het elektrische gereedschap toege-
staan slijp- en schuurtoebehoren en een voor het gekozen
slijp- en schuurtoebehoren geconstrueerde beschermkap.
Slijp- en schuurtoebehoren waarvoor dit elektrische
gereedschap niet is geconstrueerd, kan niet op passende
wijze worden beschermd en is onveilig.
Gebruik altijd de beschermkap die voor het door u gebruikte
type slijp- en schuurtoebehoren is geconstrueerd. De
beschermkap moet veilig op de haakse slijpmachine wor-
den gemonteerd en zodanig zijn bevestigd, dat een maxi-
mum aan veiligheid wordt bereikt. Deze moet in een
maximaal veilige positie worden gebracht, zodat vanuit het