2.5
Instellen van de tijd
Open het batterijvak, door met een scherp voorwerp op de knop
voor het openen van het batterijvak 8 te drukken en de bedekking
van het batterijvak 1 eraf te trekken. Druk op de insteltoets voor
de tijd 9 , tot de uuraanduiding knippert. De uren worden met de
inschakel-/scan-toets 2 door meer keer drukken, tot het gewenste uur
is bereikt, ingesteld (zie afb.).
Door het indrukken van de insteltoets voor de tijd gaat 9 u van de
ureninstelling naar de minuteninstelling. De minutenaanduiding
knippert. Handel zoals bij de ureninstelling. Wanneer u de tijd hebt
ingesteld, drukt u voor de bevestiging eenmaal op de insteltoets voor
de urentijd 9 (zie afb.).
Het display 3 van het apparaat geeft dan afwisselend de tijd en de
omgevingstemperatuur aan (zie afb.)
Het gebruik als kamerthermometer en klok gebeurt met een
permanente meetprocedure, die de gebruiksduur van de bat-
terij duidelijk verkort.
2.6
anwijzingen voor het gebruik
• De thermometer is voorzien van een ingekapselde sensor 6 .
Extra beschermende kapjes zijn niet nodig.
• De sensor 6 van de thermometer dient steeds schoon en intact
te zijn om exacte meetwaarden te garanderen.
• Oorsmeer beïnvloedt de meetnauwkeurigheid. Reinig indien nodig
het oor en de sensorpunt van de thermometer vóór het meten, om
eventuele foutieve metingen te vermijden.
• Overschrijdt de omgevingstemperatuur gedurende de vaststelling
van de omgevingstemperatuur de ingestelde waarde van 16 ºC –
40 ºC , dan geeft het display 3 „Err"aan.
2 Inbedrijfstelling
NL
71