men 6 en 7 van het klemmenblok
van de ketel).
– De circulatiepomp is geblokkeerd,
deblokkeer de pomp.
De ketel functioneert uitsluitend op
de nominale druk en het is niet
mogelijk om de druk te verlagen.
– Controleer of er aan de uiteinden
van de spoel spanning is.
– De wikkeling van de spoel is onder-
broken en moet vervangen worden.
– De gelijkrichtkaart die de spoel voedt
is onderbroken en moet vervangen
worden.
– Er is geen verschil op de instelling
van de beide contacten van de
regelthermostaat, de thermostaat
moet vervangen worden.
– Controleer de instelling van de instel-
schroef van de lagere druk van het
spoelblok (4 fig. 11).
De ketel wordt snel vuil, wat schade
veroorzaakt aan het gietijzeren
lichaam en waardoor de rookgasvei-
ligheidsthermostaat vaak inschakelt.
– Controleer of de vlam van de hoofd-
brander goed afgesteld is en of het
gasverbruik in verhouding staat tot
het vermogen van de ketel.
– Het vertrek waarin de ketel geïnstal-
leerd is, is onvoldoende geventileerd.
– Onvoldoende trek in het rookkanaal
of trek die niet aan de eisen voldoet.
– De ketel werkt op een te lage tem-
peratuur, stel de ketelthermostaat in
op een hogere temperatuur.
De thermostaat schakelt opnieuw
in met een te grote temperatuu-
rafwijking.
– Vervang de regelthermostaat omdat
de thermostaat ontregeld is.
83