• Niet lassen op containers, vaten of leidingen
die brandbare vloeistoffen of gassen hebben
bevat. Vermijd direct contact met het lascircuit;
de
nullastspanning
elektrodehouder en de aardklem kan gevaarlijk zijn.
• Bewaar of gebruik het apparaat niet in een vochtige
of natte omgeving of in de regen
• Bescherm de ogen met een hiervoor geschikte
veiligheidsbril
(DIN-klasse
handschoenen en droge beschermende kleding die
vrij is van olie en vet om te voorkomen dat de huid
wordt blootgesteld aan ultraviolette straling van de
vlamboog.
• Gebruik de lasser niet om pijpen te ontdooien.
Let op!
• De lichtstraling van de boog kan de ogen beschadigen
en brandwonden op de huid veroorzaken.
• Booglassen
genereert
gesmolten metaal, het gelaste werkstuk begint te
gloeien en blijft relatief zeer lang heet.
• Bij het booglassen komen dampen vrij die mogelijk
schadelijk zijn. Elke elektrische schok kan dodelijk
zijn.
• Benader de vlamboog niet direct binnen een straal
van 15 m.
• Bescherm uzelf (inclusief omstanders) tegen de
potentieel gevaarlijke effecten van de vlamboog.
• Waarschuwing: Afhankelijk van de toestand van
de netaansluiting op het aansluitpunt van het
lasapparaat kan dit leiden tot storingen in de
netvoeding van andere verbruikers.
Let op!
In het geval van overbelaste voedingsnetwerken en
stroomcircuits kan tijdens het lassen voor andere
gebruikers storingen worden veroorzaakt.
In geval van twijfel moet het elektriciteitsbedrijf worden
geraadpleegd.
Gevarenbronnen tijdens het booglassen
Tijdens
het
booglassen
gevarenbronnen. Het is daarom bijzonder belangrijk
dat de lasser de volgende regels in acht neemt om
zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen en
om lichamelijk letsel en schade aan het apparaat te
voorkomen.
82 | NL
die
optreedt
tussen
9-10).
Gebruik
vonken
en
druppels
ontstaan
een
aantal
www.scheppach.com
• Werkzaamheden aan de netspanningszijde, bijv.
aan kabels, stekkers, stopcontacten, etc. mogen
alleen door een gekwalificeerde specialist worden
de
uitgevoerd. Dit geldt met name voor het aanleggen
van tussenkabels.
• Bij ongevallen moet de lasstroombron onmiddellijk
worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
• Als er elektrische contactspanningen optreden, moet
het apparaat onmiddellijk worden uitgeschakeld en
door een specialist worden gecontroleerd.
• Zorg altijd voor goede elektrische contacten aan de
lasstroomzijde.
• Draag bij het lassen altijd isolerende handschoenen
aan beide handen. Deze beschermen tegen
elektrische schokken (nullastspanning van het
lascircuit), tegen schadelijke straling (hitte en
UV-straling) en tegen gloeiende metalen en
slakkenspatten.
• Draag stevig isolerend schoeisel, de schoenen
moeten ook bij natte omstandigheden isoleren.
Lage schoenen zijn niet geschikt, omdat vallende,
gloeiende
metalen
veroorzaken.
• Draag geschikte kleding, geen synthetische kleding.
• Kijk niet met onbeschermde ogen in de vlamboog,
gebruik alleen een lasbeschermingsplaat met
veiligheidsglas volgens DIN-normering. Naast licht-
en warmtestralen, die verblinding resp. verbranding
veroorzaken, geeft de vlamboog ook UV-stralen af.
Deze onzichtbare ultraviolette straling veroorzaakt,
als er onvoldoende bescherming wordt geboden,
een zeer pijnlijke bindvliesontsteking die pas enkele
uren later merkbaar is. UV-straling heeft bovendien
een schadelijke invloed op onbeschermde delen van
het lichaam.
• Personen of assistenten in de buurt van de
vlamboog moeten ook bewust worden gemaakt
van de gevaren en zo nodig worden uitgerust met
de noodzakelijke beschermende middelen, indien
nodig, veiligheidswanden plaatsen.
• Bij het lassen, met name in kleine ruimtes, moet voor
voldoende toevoer van frisse lucht worden gezorgd,
omdat er rook en schadelijke gassen kunnen worden
gegenereerd.
• Er
mogen
uitgevoerd
aan
brandstoffen, minerale oliën of dergelijke worden
opgeslagen, zelfs niet als deze lange tijd zijn
geleegd, aangezien er een risico op explosie door
resten bestaat.
druppels
brandwonden
geen
laswerkzaamheden
reservoirs
waarin
worden
gassen,