4 ALGEMENE INFORMATIE (PAGINA 3)
4.1
Gebruik van de handleiding
Deze handleiding is een geïntegreerd onderdeel van het apparaat;
bewaar hem voor latere raadpleging. Lees hem vóór de installatie en
het gebruik aandachtig door. Bij overdracht van het apparaat is de
oude eigenaar verplicht om de handleiding aan de nieuwe eigenaar
te overhandigen.
4.2
Levering
Het apparaat wordt gedeeltelijk gedemonteerd in een kartonnen doos
geleverd.
Zie voor de samenstelling van de levering fig. 1
4.2.1 Bijgevoegde documentatie
D1 Gebruiks- en onderhoudshandleiding
D2 Veiligheidsvoorschriften
D3 Conformiteitsverklaring
D4 Garantiebepalingen
4.3
Verwerking van het verpakkingsmateriaal
De materialen waaruit de verpakking bestaat vormen geen bedreiging
voor het milieu, maar zullen wel gerecycled of verwerkt moeten worden
in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving in het land
van gebruik.
5 TECHNISCHE INFORMATIE (PAGINA 3)
5.1
Beoogd gebruik
Het
apparaat
is
multifunctionele stofzuiger, conform de beschrijvingen en
veiligheidswaarschuwingen in deze gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en
niet voor commerciële of industriële doeleinden.
Het apparaat voldoet aan de normen IEC 60335-1 e IEC 60335-2-2.
5.2
Bediener
Voor de identificatie van de bediener belast met het gebruik van het
(professionele of niet-professionele) apparaat verwijzen wij naar het
pictogram in fig. 1.
5.3
Hoofdbestanddelen:
A1 Startinrichting
A2 Zuigaansluiting
A3 Blaasaansluiting
A4 Handgreep
A5 Kabelhaak (waar voorzien)
A6 Sluitclips
A7 Elektriciteitskabel met stekker
A8 Zwenkwieltjes
A9 Reservoir
A10 Deksel met motor
A11 Accessoirehouder (waar voorzien)
A12 Afvoerplug vloeistoffen (waar voorzien)
5.3.1 Accessoires (zie fig. 1 met de indicaties van de modellen -
de levering is samengesteld uit de elementen afgebeeld op de doos)
B1
Filterhouder
B2
Filterpatroon
B3
Slang
B5
Buis
B6
Borstel voor vloeren
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
bestemd
voor
gebruik
B7
Borstel voor tapijten -
fauteuils
B8
Mondstuk voor spleten
B9
Ronde borstel
B10
Filterzakje van stof
B11
Filterzakje van papier
B12
Buisklem
5.4
Beveiligingen
- Startinrichting (A1)
De startinrichting voorkomt het ongewenste starten van het apparaat.
6 INSTALLATIE (PAGINA 4)
Let op - gevaar!
Tijdens alle werkzaamheden voor de installatie en montage moet het apparaat
losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet.
Voor de montagevolgorde verwijzen wij naar pag. 4.
6.1
Montage
Controleer tijdens het uitpakken op eventuele ontbrekende accessoires
of beschadigingen van de inhoud. Bij beschadigingen als gevolg van
het transport moet u onmiddellijk uw wederverkoper informeren.
Open de sluitclips (A6) en til het deksel met de motor (A10) van het
apparaat. Verwijder alle geleverde accessoires en controleer of het filter
(B2) goed is gemonteerd.
Zie fig. 2
Voor de montagevolgorde verwijzen wij naar pag. 4.
6.2
Montage van de zwenkwieltjes
Keer het stofzuigerreservoir (A9) zonder deksel om op een degelijk
horizontaal oppervlak. Steek de stompjes van de zwenkwieltjes (A8)
in de daarvoor bestemde gaten en druk ze voor een correcte plaatsing
en bevestiging helemaal aan.
Zie fig. 3
6.3
Montage vande accessoires
als
Steek de zuigslang (B3) in de zuigaansluiting (A2) of de
blaasaansluiting (A3), afhankelijk van het gewenste type handeling.
Zie fig. 4
Voltooi vervolgens de montage met de noodzakelijke accessoires
voor het type reiniging dat u gaat doen. Gebruik de buizen (B5) en
borstels (B6-B7-B8-B9) afhankelijk van het type reiniging en het te
reinigen oppervlak. U kunt de borstels (B6-B7-B8-B9) rechtstreeks op
de zuigslang (B3) monteren.
Zie fig. 5
6.4
Elektrische aansluiting
Let op - gevaar!
Controleer of de spanning en frequentie (V/Hz) van het elektriciteitsnet
overeenstemmen met de waarden vermeld op het typeplaatje. Zie fig.6
6.4.1 Gebruik van verlengkabels
Gebruik snoeren en stekkers met een "IPX4" beschermingsgraad.
De diameter van de verlengkabels moet evenredig zijn aan de
lengte ervan; hoe langer de kabel, des te groter zal de diameter
ervan moeten zijn.
7 GEBRUIKSINFORMATIE (PAGINA 6)
7.1
Bedieningen
- Startinrichting (A1) Zie fig. 7.
Zet de startinrichting in de stand (ON/I).
Wanneer de startinrichting is uitgerust met een controlelampje moet deze
gaan branden.
Zet de startinrichting in de stand (OFF/0) om de werking van het apparaat
te stoppen.
Wanneer de startinrichting is uitgerust met een controlelampje, moet
deze uitgaan.
Let op - gevaar!
Het apparaat moet tijdens de werking op een degelijk en stabiel
oppervlak staan, en zijn geplaatst zoals aangegeven. Zie fig. 8.
NEDERLANDS
NL
137