WAARSCHUWING!
■
Wanneer het snoer van dit apparaat be-
schadigd raakt, moet het worden vervangen
door de fabrikant of de klantenservice van
de fabrikant of een persoon met vergelijkbare
kwalificaties, om risico's te voorkomen.
Vóór de ingebruikname
Accupack opladen (zie afb. A)
VOORZICHTIG!
►
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het accupack 5 uit de oplader haalt
resp. in de oplader plaatst.
■
Laad het accupack 5 nooit op als de omge-
vingstemperatuur lager is dan 10 °C of hoger
dan 40 °C.
♦
Plaats het accupack 5 op de snellader t
(zie afb. A).
♦
Steek de stekker in het stopcontact. De controle-
LED z brandt rood en geeft aan dat het accu-
pack wordt opgeladen.
♦
De groene controle-LED u geeft aan dat het
opladen is voltooid en dat het accupack
klaar is voor gebruik.
♦
Schuif het accupack 5 in het apparaat.
Accupack in het apparaat plaatsen/
uit het apparaat nemen
Accupack plaatsen
♦
Schuif de draairichtingschakelaar 3 naar de
middelste stand (vergrendeling).
Klik het accupack 5 vast in de handgreep.
Accupack uit het apparaat nemen
♦
Druk op de ontgrendelknop 4 en neem het
accupack 5 uit het apparaat.
PKHAP 20-Li A1
Toestand van de accu controleren
♦
Druk voor controle van de accustatus op de
toets Accutoestand 6. De toestand of resteren-
de capaciteit wordt als volgt door de accu-dis-
play-LED 7 aangegeven:
GROEN/ROOD/ORANJE = maximale
lading/capaciteit
ROOD/ORANJE = middelhoge lading/capa-
citeit
ROOD = zwakke lading – accu opladen
Ingebruikname
Hulphandgreep
OPMERKING
►
Om veiligheidsredenen mag u dit apparaat
alleen met gemonteerde hulphandgreep 0
gebruiken.
♦
Maak de hulphandgreep 0 los door deze
met de wijzers van de klok mee te draaien
(zie uitvouwpagina).
♦
Draai de hulphandgreep 0 naar de gewenste
positie.
♦
Maak de hulphandgreep 0 vast in de nieuwe
positie door deze tegen de wijzers van de klok
in te draaien.
Diepteaanslag
♦
Draai de draaischroef voor de diepteaan-
slag e los.
♦
Plaats de diepteaanslag r in de hulphand-
greep 0.
♦
Let erop dat de vertanding op de diepteaan-
slag r omlaag wijst.
♦
Trek de diepteaanslag r zo ver uit, dat de
afstand tussen de punt van de boor en de punt
van de diepteaanslag overeenkomt met de
gewenste boordiepte.
♦
Draai de draaischroef voor de diepteaan-
slag e vast om de diepteaanslag r te
vergrendelen.
NL │ BE
│
51
■