6 Voor elk gebruik
6.1 Gevoeligheid van de valsensoren instellen
6
Voor elk gebruik
1
16
17
18
AANWIJZING:
Als uw robot op donkere vloeren voortdurend achteruit rijdt, moet u instelling "3" (afb. 18) kiezen.
3 2 1 0
3 2 1 0
1. Controleer of het apparaat is uitgescha-
2. Pas de stand van de schuifregelaar voor
3 2 1 0
3 2 1 0
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar!
apparaat is uitgeschakeld (Aan/Uit-schake-
laar in stand "0") voordat u de ronde borstel
monteert.
keld (Aan/Uit-schakelaar in stand "0").
het instellen van de gevoeligheid van de 3
valsensoren (afb. 16) aan:
- Stand 0 bij lichte vloeren en platte tre-
den
- Stand 1 (afb. 17) bij lichte vloeren en
iets hogere treden
- Stand 2 bij donkere vloeren en nog ho-
gere treden
- Stand 3 (afb. 18) bij donkere vloeren en
hoge treden
AANWIJZING:
Alle 3 schuifregelaars moeten dezelfde
instelling hebben.
Controleer
of
het
93