NL: Installatieblad
Registreren mod.
Om de sensor te registreren, moet u de centrale in de
programmeer modus zetten. Ga vervolgens naar het menu
"Ingang toevoegen" Raadpleeg de handleiding van uw
specifieke alarmpaneel voor details over deze menu's. Plaats
de batterij. Sluit de behuizing (u moet een klik horen als de
grendels pakken en losgaan). Selecteer vervolgens de
geschikte sensorgroep en -nummer.
Montage
Een kant van de sensor is met drie lijnen gemarkeerd; deze
geven de locatie van de contactschakelaar aan. De magneet
moet aan deze kant van de sensor worden gemonteerd.
Raadpleeg de tabel over afstanden om de maximale afstand in
elke richting te bepalen.
Meegeleverd met dit apparaat is dubbelzijdig tape voor het
contact en de magneet. Kies een geschikte locatie voor de
sensor door de procedure te volgen in de sectie "De sensor
testen" om te bepalen of de gewenste signaalsterkte bereikt
wordt. Zorg ervoor dat het oppervlak schoon en droog is voor
een goede hechting. Plak de tape op de sensor en daarna op
de gewenste locatie. Druk de sensor een paar seconden stevig
aan.
Opmerking:
Zorg er bij montage met dubbelzijdig tape voor
dat de temperatuur boven de 10°C ligt en minimaal de
komende 24 uur boven de 10°C zal blijven voor een goede
hechtkracht. Na 24 uur houdt de tape ook bij lagere
temperaturen.
U kunt ook de contactachterplaat gebruiken die op het
montageoppervlak wordt vastgeschroefd. Bij verwijderen van
het oppervlak wordt de sabotagemelding op de achterkant
geactiveerd.
Plaats sensoren, indien mogelijk, niet verder weg dan 30 meter
van de centrale. Hoewel een zender een bereik in de
buitenlucht van meer dan 150 meter kan hebben, kan de
omgeving van de installatie een aanzienlijke invloed hebben op
het bereik. De draadloze communicatie kan verbeteren door
een andere locatie te kiezen.
Verwisselbare kappen
Het contact wordt af fabriek geleverd met een witte kap, maar
optionele bruine kappen zijn meegeleverd. Om de kap te
vervangen, schuift u de voorste kap weg om hem los te maken
van de sensor, waarna u hem verwijdert. Vervang deze door
de bruine kap en zorg er voor dat de bovenkant (aangegeven
op de binnenkant van de kap) weg wijst van de batterij. U moet
een klik horen als de kap zich vastzet en losmaakt van de
sensor. U hoeft het plastic van de achterkant niet terug te
plaatsen, omdat dit na montage onzichtbaar is. Gebruik om de
magneetkap te vervangen een platte schroevendraaier van 0,8
x 4 mm om de witte kap voorzichtig los te maken en klik de
bruine kap op zijn plaats.
De sensor testen (wekelijkse test)
Met de sensortest kunt u de communicatie tussen de sensor
en de centrale/ontvanger controleren. Als u de sensor wilt
P/N 422-5829 • REV C • ISS 01FEB18
testen, raadpleegt u de documentatie voor uw
centrale/ontvanger en gaat u als volgt te werk:
1.
Zet de centrale/ontvanger in de (loop) teststand voor de
sensor.
2.
Open de deur/raam die met de sensor wordt beveiligd. De
sensor verstuurt een signaal.
3.
Let op de pieptonen van het bediendeel of de sirene, om
te bepalen of u de juiste reactie krijgt.
4.
Sluit de teststand voor de sensor af.
De batterij plaatsen/vervangen
Als de batterij bijna leeg is, wordt een signaal naar de centrale
gezonden. Hoe de batterij te plaatsen/vervangen:
1.
Schuif de bovenste kap weg om hem van de sensor los te
maken en haal hem weg om de batterij zichtbaar te
maken.
2.
Installeer/vervang door een CR2032-batterij en let op dat
de +-kant van de batterij in uw richting ligt.
3.
Plaats de kap terug. Zorg ervoor dat de bovenkant
(aangegeven op de binnenkant van de kap) weg wijst van
de batterij. U moet een klik horen als de kap zich vastzet
en losmaakt.
Opmerking:
Verwijderen van de kap stuurt een
sabotagesignaal naar de centrale.
Specificaties
Te gebruiken met
Interlogix LoNa transceivers (bijv. ZeroWire)
Draadloze
433,65 MHz
werkfrequentie
Voedingsuitgang
-2 dBm EIRP
Batterij
3 V lithium CR2032
Levensduur batterij
5-8 jaar
Magneetopening
15,5 mm maximaal
Werkomgeving
0 tot 49°C
Temperatuur
Relatieve
5 tot 95% niet-condenserend
vochtigheid
Afstanden
Gemonteerd op non-ferromagnetisch materiaal:
Benaderafstand X (schakelaar gesloten)
Verwijderafstand X (schakelaar open)
Benaderafstand Z (schakelaar gesloten)
Verwijderafstand Z (schakelaar open)
Benaderafstand Y (schakelaar gesloten)
Verwijderafstand Y (schakelaar open)
Minimaal aanbevolen installatie-afstanden zijn:
Benaderafstand X
Verwijderafstand Z
Benaderafstand Y
15 mm
18 mm
21 mm
26 mm
23 mm
27 mm
10 mm
14 mm
16 mm
9 / 14