AFVOERLEIDING
5 AFVOERLEIDING
5.1 ALGEMEEN
FOUT
Fout: helling omhoog
Fout: gedeelte loopt omhoog
GOED
Helling naar beneden
van 1/25 tot 1/100
Gewone afvoerbuizen (min VP30)
Afvoerleiding aan
kant van unit
(Neerwaarste helling)
!
L E T O P
•
Maak geen helling omhoog of verhoging voor de afvoerlei-
ding, omdat dan afvoerwater terugvloeit in de unit en water in
de ruimte lekt wanneer de unit wordt uitgeschakeld.
•
Sluit de afvoerleiding niet aan op rioolleidingen of andere af-
voerleidingen.
•
Wanneer de gemeenschappelijke afvoerleiding wordt aan-
gesloten op andere binnenunits, moet de aansluitpositie van
elke binnenunit hoger liggen dan de gemeenschappelijke
leiding. De leiding van de gemeenschappelijke afvoerleiding
moet groot genoeg zijn voor de grootte van de unit en het
aantal units.
5.2 AANSLUITING VAN DE AFVOERLEIDING
1 Hierna wordt de positie van de aansluiting van de afvoerlei-
ding weergegeven.
Gewone afvoerbuizen
2 Leg een pvc-buis klaar met een buitendiameter van 32 mm.
3 Bevestig de buis aan de afvoerslang met plakband en de
meegeleverde klem. De afvoerleiding moet worden aange-
legd met een neerwaartse hellingsfactor van 1/25 tot 1/100.
4 Oefen geen overmatige kracht uit op de aansluiting van de
afvoerleiding. Deze zou hierdoor beschadigd kunnen raken.
5 Gebruik geen gebogen of verdraaide afvoerslang. Hierdoor
kan waterlekkage ontstaan.
Hellingshoek van afvoerleiding
90
PMML0253A rev.5 - 08/2016
All manuals and user guides at all-guides.com
Min 100mm
(hoger indien mogelijk)
Vinylchloride-leiding (VP25)
Deze afvoerleiding
moet gescheiden zijn
van andere leidingen.
Helling naar beneden
van 1/25~1/100
•
De afvoerleiding moet worden geïsoleerd als de afvoer wordt
geïnstalleerd op een locatie waar condens kan vallen dat
zich heeft gevormd op de buitenkant van de afvoerleiding en
schade kan veroorzaken. De afvoerleiding moet zodanig zijn
geïsoleerd dat geen dampen kunnen ontsnappen en dat er
geen condens wordt gevormd.
•
Naast de binnenunit moet een aftaphevel worden geplaatst.
Deze hevel moet op basis van goede ervaringen worden ont-
worpen en gecontroleerd met water (gevuld) en getest op een
juiste doorvoer. Bind of klem de afvoerleiding niet samen met
de koelmiddelleiding.
?
O P M E R K I N G
Installeer de afvoer in overeenstemming met de nationale en lo-
kale bepalingen.
Nadat u de afvoerleiding en de elektrische bedrading heeft aan-
gelegd, controleert u of de waterdoorvoer probleemloos verloopt
aan de hand van de volgende procedure:
Controleren met afvoermechanisme en
vlotterschakelaar
-
Giet ongeveer 1,8 liter water in het afvoergedeelte.
-
Controleer of het water gelijkmatig stroomt en of er geen
water lekt. Wanneer u geen water vindt aan het eind van
de afvoerleiding, giet u nogmaals ongeveer 1,8 liter water
in het afvoergedeelte.
?
O P M E R K I N G
Let op de dikte van het isolatiemateriaal wanneer u de leiding aan
de linkerkant maakt. Als het materiaal te dik is, kunt u de leiding
niet in de unit plaatsen.
6 Isoleer de afvoerleiding nadat u de afvoerslang heeft aange-
sloten. Gebruik geen lijm tussen de aansluiting van de afvoer-
leiding en de afvoerslang.
Slangbinder (accessoire)
Gebruik geen plakband
Aftapleiding
afvoerleiding
Afvoerslang
(accessoire)
Slangbinder (accessoire)
Isolatie (niet meegeleverd)
PVC-buis VP25
(niet meegeleverd)
Gebruik pvc-plakband