geluid afgeeft of 0.0 weergeeft, controleer dan of er zich
objecten binnen het bereik van de sensoren bevinden, of de
sensoren correct zijn geïnstalleerd of dat de sensoren onder
invloed zijn van sterke storingsbronnen ( zoals uitlaatpijpen,
andere draden).
4. Als de afstand wordt weergegeven op het LED-display, maar
er is geen obstakel voor de sensoren, controleer dan of de
sensoren correct zijn geïnstalleerd. Controleer de positie en
richting van de sensoren. De sensoren moeten horizontaal
worden gemonteerd. Bij een verkeerde montage kunnen
de sensoren de grond, het kenteken, het reservewiel of de
achterspoiler detecteren.
5. Als de problemen aanhouden, zijn de sensoren mogelijk defect.
Bel een gespecialiseerd servicecentrum.
Opmerkingen:
•
Let op de grootte van het montagegat van de sensor (16 mm)
•
Tijdens de installatie van het systeem moet de motor van de
auto worden gestopt.
•
De prestaties van het systeem kunnen in de volgende gevallen
worden gewijzigd: stortregen, verharde weg, oneffen weg,
vegetatie, extreem heet, vochtig of koud weer, de aanwezigheid
NL-57