h) Houd rekening met omgevingsinvloeden. Stel het
apparaat niet bloot aan neerslag en gebruik het
niet in een omgeving die vochtig of nat is. Gebruik
het apparaat niet in een omgeving waar brand- of
explosiegevaar bestaat.
i)
Het apparaat mag niet in een explosieve of ont-
vlambare atmosfeer worden gebruikt.
j)
Verborgen elektrische leidingen en gas- en water-
leidingen kunnen zeer gevaarlijk zijn als ze bij het
werken beschadigd worden. Controleer daarom
altijd eerst de werkruimte met bijv. een metaal-
detector. Externe metalen delen van het apparaat
kunnen onder spanning komen te staan als u per
ongeluk bijv. een elektrische leiding beschadigt.
k) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde
greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uit-
voert waarbij het indrijfgereedschap verborgen
stroomleidingen kan raken. Door het contact met
een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen
delen van apparaten onder spanning komen te staan,
hetgeen tot een elektrische schok kan leiden.
5.1.5 Thermische veiligheidsmaatregelen
a) Als het apparaat oververhit is, verwijdert u het
gaspatroon en laat u het apparaat afkoelen. Over-
schrijd de maximale indrijffrequentie niet.
b) Draag beslist werkhandschoenen wanneer u on-
derhoudswerkzaamheden dient uit te voeren zon-
der dat het apparaat van tevoren is afgekoeld.
5.1.6 Gassen
a) Vloeibaar gas onder druk: Het gas is uiterst licht
ontvlambaar (bevat: 1-Buteen, Propeen). Neem de
waarschuwingen en eerste hulp instructies op de
gaspatroon en de handleiding in acht. De gaspa-
troon mag niet worden nagevuld.
b) Geen beschadigde gascellen gebruiken.
c) Niet proberen om een gascel met geweld te ope-
nen, te verhitten, samen te drukken of voor enig
ander doel te gebruiken dan waarvoor deze is
bestemd
d) Nooit gas spuiten in de richting van personen en
andere levende wezens.
e) Houd het gas ver verwijderd van alle ontstekings-
bronnen zoals open vuur, vonken, ontstekings-
vlammen, statische ontladingen en zeer warme
oppervlakken.
Niet roken tijdens het gebruik van de apparatuur.
f)
5.1.6.1 Opslag
a) Geen gascellen bewaren in een bewoonde ruimte
of in een ruimte, die in verbinding staat met een
bewoonde ruimte.
b) Bewaar de gascellen alleen in goed geventileerde
en droge ruimten.
c) Bewaar de gascellen buiten het bereik van kinde-
ren.
d) Stel de gascellen niet bloot aan direct zonlicht of
aan temperaturen boven 50 °C (122 °F).
e) Aanbevolen opslagtemperatuur 5 °C tot 25 °C
(41 °F tot 77 °F).
5.1.6.2 Eerste hulp
Neem het gegevensblad materiaalveiligheid voor ge-
bruik, onderhoud en eerste hulp-maatregelen in acht.
a) Direct contact met vloeibaar gas kan vorstbuilen
of zware brandwonden tot gevolg hebben.
b) Als een persoon gas heeft ingeademd, brengt u
deze persoon naar buiten en laat u hem of haar in
een comfortabele positie plaatsnemen.
c) Als een persoon bewusteloos is, leg hem of haar
dan in de stabiele zijligging. Als de persoon niet
ademt, pas dan mond-op-mond beademing toe
en maak zo nodig gebruik van zuurstof.
d) Wanneer de ogen met gas in contact zijn geko-
men, spoel de geopende ogen dan gedurende
meerdere minuten met stromend water.
e) Wanneer de huid met gas in contact is gekomen,
reinig de betreffende plekken dan zorgvuldig met
zeep en warm water. Breng daarna een huidcreme
op.
f)
Neem zo nodig contact op met een arts.
5.1.7 Afscherming
Gebruik het apparaat nooit wanneer beschermende
voorzieningen beschadigd of verwijderd zijn.
5.1.8 Gebruik en onderhoud van accu-packs
a) Gebruik uitsluitend de voor het betreffende ap-
paraat goedgekeurde accu-packs. Bij het gebruik
van andere accu-packs of het gebruik van accu-
packs voor andere doeleinden is er kans op brand en
explosie.
b) Laad accu-packs alleen op in laadapparaten die
door de fabrikant worden geadviseerd. Voor een
laadapparaat dat voor een bepaald type accu-pack
geschikt is, bestaat brandgevaar wanneer deze met
andere accu-packs wordt gebruikt.
c) Bij een verkeerd gebruik kan er vloeistof uit het
accu-pack komen. Voorkom contact. Bij onvoor-
zien contact met water afspoelen. Wanneer de
vloeistof in de ogen komt, dient u bovendien een
arts te raadplegen. Gelekte accuvloeistof kan tot
huidirritaties en verbrandingen leiden.
nl
77