NL
De oververhittingsbeveiliging van het appa-
!
raat kan ook afgaan bij temperaturen onder
-5 ˚C/23 ˚F (opslag, transport, omgeving).
Breng het apparaat vóór de installatie naar een warme
omgeving. De oververhittingsbeveiliging kan worden
gereset als de temperatuur van het apparaat ca. 18
˚C/64 ˚F bedraagt. De oververhittingsbeveiliging
moet worden gereset voordat u het apparaat ge-
bruikt.
Isolatie en wandmaterialen voor de
saunaruimte
In een elektrisch verwarmde sauna moeten alle mas-
sieve wandoppervlakken die veel warmte opnemen
(zoals bakstenen, glasblokken, pleisterwerk etc.),
voldoende worden geïsoleerd om het vermogen van
de saunaoven op een redelijk laag niveau te houden.
Een wand- en plafondconstructie is voldoende
thermisch geïsoleerd indien:
de dikte van de zorgvuldig aangebrachte iso-
•
latiewol in het huis 100 mm bedraagt (mini-
mum 50 mm);
de vochtbescherming bestaat uit b.v. alu-
•
miniumfolie met goed afgeplakte randen. De
folie moet zodanig worden aangebracht dat
de glanzende zijde naar de binnenkant van de
sauna gekeerd is;
er een luchtspeling van 10 mm is tussen de
•
vochtbescherming en de paneelplanken (aan-
bevolen);
de binnenzijde bedekt is met 12-16 mm dikke
•
lambrisering;
er een speling van enkele millimeters is bove-
•
naan de wandbedekking aan de rand van de
plafondbetimmering
34
IT
La protezione da surriscaldamento del di-
!
spositivo può attivarsi anche a temperature
inferiori a -5°C/23°F (conservazione, tra-
sporto, ambiente). Prima dell'installazione, portare il
dispositivo in un ambiente caldo. La protezione da
surriscaldamento può essere reimpostata quando la
temperatura del dispositivo è di circa 18˚C/64˚F. La
protezione da surriscaldamento deve essere reim-
postata prima di utilizzare il dispositivo.
Isolamento e materiali per le pareti della
stanza della sauna
In una sauna riscaldata elettricamente, tutte le su-
perfici murarie massicce che immagazzinano pa-
recchio calore (come i mattoni, le parti in vetro,
l'intonaco etc.) devono essere correttamente isolate
allo scopo di mantenere la portata del riscaldatore
ad un livello ragionevolmente basso.
Una costruzione formata da pareti e soffitto può
essere considerata dotata di un corretto isolamento
termico se:
Lo spessore della lana isolante accuratamente
•
inserita nell'edificio è di 100 mm (minimo 50
mm).
La protezione contro l'umidità consiste, ad
•
esempio, in carta d'alluminio con i bordi perfet-
tamente sigillati. La carta va sistemata in modo
che la parte lucida si trovi rivolta verso l'interno
della sauna.
E' stato lasciato uno spazio di 10 mm fra la
•
protezione contro l'umidità ed i pannelli (è con-
sigliabile).
L'interno della stanza è coperto da pannelli con
•
uno spessore di 12–16 mm.
E' stato lasciato uno spazio di alcuni millimetri
•
fra la parte finale del rivestimento delle pareti
ed il bordo del rivestimento del soffitto.