– Gasdrukregelinstallatie met
2 schroeven aan de wand
bevestigen.
– De gastoevoerbuis Ø 8 mm
of 10 mm conform de geldige
installatievoorschriften voor
snijringschroefverbindingen
op de uitgang van de gas-
drukregelinstallatie aansluiten.
Bij het vastdraaien van de
schroefverbinding deze zorg-
vuldig tegenhouden met een
tweede sleutel op de daarvoor
bestemde sleutelvlakken.
– Nadat de inbouw van de gas-
drukregelinstallatie is voltooid,
de gasinstallatie op dichtheid
controleren (zie „Dichtheids-
proef van het lagedrukbe-
reik") alsmede de functie van
de gasstromingsbewaking
(GSW), indien aanwezig, con-
troleren (zie „Functiecontrole
van de gasstromingsbewaking
(GSW)").
46
– Slangaansluiting bij de ingang
van de gasdrukregelinstal-
latie SecuMotion (b.v. met
een lekzoekspray volgens
DIN EN 14291) op dichtheid
controleren.
Dichtheidsproef van het
lagedrukbereik
Controle uitsluitend door
een vakman!
– Alle verbruikers uitzetten.
– Afsluitkleppen en eventueel
gasafstandsschakelaar openen.
– Schroefkapje van de testaan-
sluiting (b) afschroeven en
testpomp met testslang aan-
sluiten op de testaansluiting.
– Beschermkapje van de test-
klep (c) wegnemen en de klep
met een steeksleutel (sleutel-
wijdte 6 mm) 90° naar rechts
(met de klok mee) draaien.
b
– Dichtheidsproef uitvoeren (b.v.
in Duitsland volgens G 607).
– Bij niet dichte gasinstallatie
klep op de gasfles sluiten, de
gasinstallatie direct in orde
brengen en de klep op de
gasfles tussentijds niet meer
openen.
– Na een succesvolle test de
testklep absoluut 90° naar
c