Makita RP1802 Manual De Instrucciones página 47

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 53
Aangezien het aanslagblok drie zeskantstelbouten
heeft die per omwenteling 0,8 mm hoger of lager stel-
len, kunt u gemakkelijk drie verschillende freesdiepten
realiseren zonder de aanslagstang opnieuw te hoeven
instellen.
► Fig.3: 1. Aanslagstang 2. Zeskantstelbout
3. Aanslagblok
Stel de laagste zeskantstelbout in op de grootste frees-
diepte volgens de procedure beschreven onder "De
freesdiepte instellen".
Stel de twee resterende zeskantstelbouten in op minder
grote freesdiepten. De verschillen in de hoogte van
deze zeskantstelbouten zijn gelijk aan de verschillen in
freesdiepte-instelling.
Om de zeskantstelbouten in te stellen, draait u de zes-
kantstelbouten met een schroevendraaier of steeksleu-
tel. Het aanslagblok is tevens handig voor het uitvoeren
van drie werkgangen met een steeds grotere freesdiep-
te-instelling voor het frezen van diepe groeven.
In- en uitschakelen
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stek-
ker in het stopcontact steekt, of de trekkerscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en weer terug-
keert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten.
LET OP:
Zorg ervoor dat de asvergrende-
ling is ontgrendeld voordat u het gereedschap
inschakelt.
Een vergrendelknop is aanwezig om te voorkomen dat
de trekkerschakelaar per ongeluk wordt ingedrukt.
► Fig.4: 1. Vergrendelknop 2. Trekkerschakelaar
Om het gereedschap te starten, drukt u de vergren-
delknop in en knijpt u de trekkerschakelaar in. Laat de
trekkerschakelaar los om het gereedschap te stoppen.
Om het gereedschap continu te laten werken, drukt u
de vergrendelknop verder in terwijl u de trekkerschake-
laar ingeknepen houdt.
Om het gereedschap te stoppen, knijpt u de trekker-
schakelaar in zodat de vergrendelknop automatisch
terugkeert. Laat daarna de trekkerschakelaar los.
Nadat u de trekkerschakelaar hebt losgelaten, treedt de
uit-vergrendelfunctie in werking om te voorkomen dat
de trekkerschakelaar wordt ingeknepen.
LET OP:
Houd het gereedschap stevig vast
wanneer u het uitschakelt om de reactiekracht op
te vangen.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies
voor een eenvoudige bediening.
Indicatorlampje
► Fig.5: 1. Indicatorlampje
Het indicatorlampje brandt groen wanneer de stekker
van het gereedschap in het stopcontact zit. Als het indi-
catorlampje niet brandt, kan het netsnoer of de regelaar
stuk zijn. Als het indicatorlampje brandt, maar het
gereedschap niet start ondanks dat het gereedschap
ingeschakeld is, kunnen de koolborstels versleten zijn,
of kan de regelaar, de motor of de aan-uitschakelaar
kapot zijn.
Beveiliging tegen onbedoeld
inschakelen
Het gereedschap kan niet worden ingeschakeld, terwijl
de trekkerschakelaar is ingeknepen, ook niet wanneer
het gereedschap van stroom wordt voorzien.
Op dat moment knippert het indicatorlampje rood en
geeft aan dat de beveiligingsfunctie tegen onbedoeld
herstarten in werking is getreden.
Om de beveiliging tegen onbedoeld inschakelen te
deactiveren, laat u de trekkerschakelaar los.
Zachte-startfunctie
De functie zachte-start minimaliseert de startschok en
laat het gereedschap geleidelijk opstarten.
Constant-toerentalregeling
Alleen voor de modellen RP2302FC en RP2303FC
Maakt een gladde afwerking mogelijk omdat het toeren-
tal constant wordt gehouden, zelfs bij belasting.
Toerentalregelaar
Alleen voor de modellen RP2302FC en RP2303FC
WAARSCHUWING:
gelaar niet tijdens bedrijf. Als gevolg van de reac-
tiekracht zou de gebruiker het bovenfreesbit kunnen
aanraken. Dit kan leiden tot persoonlijk letsel.
KENNISGEVING:
rende een lange tijd continu op een laag toerental
wordt gebruikt, wordt de motor overbelast, waar-
door het gereedschap defect raakt.
KENNISGEVING:
slechts tot stand 6 worden gedraaid en terugge-
draaid tot stand 1. Forceer de regelaar niet voorbij
de 6 of de 1 omdat de toerentalregeling daardoor
defect kan raken.
U kunt het toerental van het gereedschap veranderen
door de toerentalregelaar te draaien en in te stellen op
een cijfer van 1 tot en met 6.
► Fig.6: 1. Toerentalregelaar
Het toerental wordt hoger wanneer u de knop in de
richting van het cijfer 6 draait. Het toerental wordt lager
wanneer u de toerentalregelaar in de richting van het
cijfer 1 draait.
Hiermee kan het ideale toerental worden geselecteerd
voor een optimale verwerking van het materiaal, d.w.z.
het toerental kan zo worden afgesteld dat het geschikt
is voor het materiaal en de diameter van het bit.
Zie de onderstaande tabel voor de verhouding tussen
de cijfers op de toerentalregelaar en het toerental van
het gereedschap bij benadering.
Cijfer
1
2
3
4
5
6
47 NEDERLANDS
Gebruik de toerentalre-
Als het gereedschap gedu-
De toerentalregelaar kan
-1
min
9.000
11.000
14.000
17.000
20.000
23.000

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Rp1802fRp1803Rp1803fRp2302fcRp2303fc

Tabla de contenido