Plaatsen Van De Batterijen - Microlife OXY 210 Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para OXY 210:
Tabla de contenido

Publicidad

De hoogte van de pulse bar 4 is een indicatie
van de pols en signaalsterkte. De hoogte van de
Pulse bar dient tenminste 30% te zijn voor een
goede meting.
Het apparaat moet in staat zijn om de pols goed
te meten om een accurate SpO
kunnen doen. Controleer daarom dat niets de
meting van de pols heeft gehinderd, alvorens de
SpO
meting als betrouwbaar te achten.
2
De maximale tijd van een meting op één plek
is minder dan 30 minuten, dit is om de correcte
werking van de sensor en integriteit van de huid
te waarborgen.
Onnauwkeurige metingen kunnen onstaan wanneer:
 De patiënt een significant niveau disfunctionerend
hemoglobine heeft (zoals bij carboxyhemoglobine of
methemoglobine).
 Intravasculaire contrastvloeistof is geïnjecteerd bij de
patiënt.
 Het gebruikt wordt in fel licht (bv. in direct zonlicht).
Scherm, indien nodig, het gebied af met een doek.
 De patiënt overmatig veel beweegt.
 De patiënt veneuze pulsaties ervaart.
 De patiënt aan hypotensie, ernstig vaatlijden, anemia
of hypothermia (onderkoeling) lijdt.
56
 De patiënt in shock is of een hartstilstand heeft.
 Nagellak of kunstnagels aangebracht zijn.

6. Plaatsen van de batterijen

Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de
meting te
batterijen. Het batterijcompartiment bevindt zich aan de
2
onderzijde van het apparaat. Verwijder het lipje tussen het
batterijcompartiment door in de afgebeelde richting te
trekken. Plaats de batterijen (2 x 1.5 V, grootte AAA), let
hierbij op de aangegeven polariteit.
Vervang de batterijen wanneer het lage batterij-
spanning 5 symbool in het display verschijnt.
Vervang dan altijd beide batterijen tegelijkertijd.
7. AAN/UIT-knop
Druk kort op de AAN/UIT-knop 1 om in te schakelen,
houd de knop ongeveer 1 seconde ingedrukt. Het apparaat
toont het instellingenmenu AT. Houd de AAN/UIT-knop
ingedrukt om aanpassingen uit te voeren. Houd deze inge-
drukt om een item in te stellen of druk erop om van optie te
wisselen of de weergavemodus te wijzigen. Indrukken
betekent niet langer dan 0,5 seconden, terwijl ingedrukt
betekent meer dan 0,5 seconden.
Instelling waarschuwingsgeluid
6
/ Functie-knop
1
Houd de AAN/UIT-knop 1 ingedrukt terwijl het apparaat is
ingeschakeld. Het instellingenmenu (interface 1) wordt
weergegeven AT-a. Verplaats «*» naar de corresponde-
rende optie en houd de functieknop ingedrukt om Alm aan
te zetten en zet Beep op uit. Als Alm is ingeschakeld en de
gemeten waarden van de bloedzuurstofsaturatie en hart-
slag de boven- of ondergrens overschrijden, geeft het
apparaat een waarschuwingsgeluid af. Als Beep is inge-
schakeld, hoort u een tik samen met hartslagen tijdens de
hartslagmeting. Terwijl het «*»-symbool op de optie
Restore blijft staan, houdt u de functionele knop ingedrukt
om de standaardinstellingen te herstellen.
Instelling helderheid
Druk op de AAN/UIT-knop 1 om de optie Brightness
(Helderheid) te selecteren en houd vervolgens de AAN/
UIT-knop ingedrukt om de helderheid in te stellen op een
waarde tussen 1 en 5. Hoe groter de waarde, hoe groter de
helderheid van het scherm.
Instelling waarschuwingsbereik
Druk in het instellingenmenu (interface 2) AT-b, op de AAN/
UIT-knop 1 om tussen opties te schakelen. Op deze inter-
face kunt u de boven- en ondergrens van SpO2 Alm en PR
Alm instellen. Terwijl het «*»-symbool op de +/- optie blijft

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido