8.
INFORMATIE MET BETREKKING TOT
DE WERKINGSCONTROLE
8.1.
DE MACHINE WERKT NIET
De sleutel is niet geplaatst of niet correct omgedraaid.
Steek de sleutel in het contactslot en draai de sleutel
in de stand ON [AAN].
De accustekker is losgekoppeld of slecht aan de
kabelstekker bevestigd.
Koppel de twee stekkers stevig aan elkaar.
Het machine wordt opgeladen.
Voltooi het laden van de accu.
De accu's zijn leeg.
Laad de accu's op.
8.2.
DE BORSTEL DRAAIT NIET
De schakelaar van de borstelmotor is niet
ingeschakeld.
Druk op de knop om de borstels te activeren.
De thermische zekering van de borstelmotor is
doorgeslagen: de motor is oververhit.
Los de oorzaak op (kabels en dergelijke die de
beweging verhinderen, oppervlak te ruw, enz.) en druk
op de resetknop (de eerste van boven).
De motorrelais of de borstelmotor is kapot.
Vervang het.
8.3.
NIET GENOEG OF TEVEEL
REINIGINGSOPLOSSING
De schoonwatertank is leeg.
Vul de schoonwatertank nadat u de vuilwatertank
hebt geleegd.
Het schoonwaterkraantje is dicht of vrijwel dicht.
Pas de uitstroom van de reinigingsoplossing aan of
verhoog deze door aan de uitstroomhendel te draaien.
Het schoonwaterfilter is vuil en ergens verstopt.
Open het filter, verwijder het vuil en reinig het filter.
8.4.
GEEN ZUIGKRACHT
De zuigslang is niet verbonden met de vloerwisser.
Sluit deze correct aan.
De zuigslang of de leiding van de vloerwisser is
verstopt.
Verwijder eventuele obstakels van de leidingen en
reinig ze.
De zuigmotor uitgeschakeld.
Zet de zuigmotor aan.
De vuilwatertank is vol.
Leeg de vuilwatertank.
De zuigmotor krijgt geen stroom of is doorgebrand.
Controleer de aansluitingen en, in het laatste geval,
vervang de motor.
8.5.
ONVOLDOENDE ZUIGKRACHT
De kap van het zuigcompartiment is niet goed
gesloten.
Doe de kap goed dicht.
De zuigslang of de leiding van de vloerwisser is
verstopt.
Verwijder eventuele obstakels van de leidingen en
reinig ze.
8.6.
DE BORSTELMOTOR OF DE ZUIGMOTOR
KAN NIET STOPPEN
Zet de machine stil, schakel de netstroom uit en
koppel de hoofdstekker van de accu los; neem contact
op met het technisch servicecentrum.
8.7.
DE VLOERWISSER REINIGT OF DROOGT
NIET EFFICIËNT
De wisserbladen zijn versleten of slepen vast vuil met
zich mee.
Reinig of vervang ze.
De vloerwisser is niet correct ingesteld: de
voorwaartse beweging moet exact loodrecht op de
looprichting staan.
Stel de vloerwisser opnieuw af.
De zuigslang of de leiding van de vloerwisser is
verstopt.
Verwijder eventuele obstakels van de leidingen en
reinig ze.
8.8.
DE ACCULADER WERKT NIET
Het laden van de accu's begint niet.
Controleer of de acculader op de accu is aangesloten.
Raadpleeg de handleiding van de acculader.
8.9.
DE ACCU'S LADEN NIET OF DE LADING
WORDT NIET VASTGEHOUDEN
De accu's zijn nieuw en genereren geen 100% van de
nominale prestaties.
De accumulator bereikt het maximale vermogen na
20-30 volledige laadcycli.
De elektrolyt is verdampt en bedekt de platen niet
meer volledig.
Controleer de gebruikershandleiding en
onderhoudshandleiding van de fabrikant.
Er zijn significante verschillen in dichtheid tussen de
verschillende elementen.
Vervang de kapotte accu.
Raadpleeg altijd de gebruikershandleiding
en onderhoudshandleiding van de accu en
acculader.Als dit het probleem niet oplost, moet
u contact opnemen met het erkende technisch
servicecentrum.
De fabrikant KANT GEEN problemen oplossen die
veroorzaakt zijn door het gebruik van accu's en
acculaders die niet zijn meegeleverd.
134