Descargar Imprimir esta página

Velleman CS150N Manual Del Usuario página 14

Detector de metales con discriminación audible
Ocultar thumbs Ver también para CS150N:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 24
6.4
Slingertips:
Hou de zoekspoel evenwijdig met de bodem en zwaai hem niet als een slinger: dit kan aanleiding geven tot
foutieve interpretaties [R].
Maak een langzame slingerbeweging - haast doet u voorwerpen missen.
Bij een detectie klinkt een toon en de wijzer geeft het soort metaal aan.
Als de detector metaal gevonden heeft, schakel MODE TR1 over naar TR2 om de kwaliteit van het gevonden
metaal nader te kunnen bepalen.
Het lukt de detector niet het staaltje te identificeren: u houdt de zoekspoel waarschijnlijk niet in de juiste
positie.
Opmerkingen:
Wanneer u waardevolle metalen voorwerpen vindt, klinkt een intens signaal. Wordt het signaal niet
herhaald, ook niet nadat u de zoekspoel enkele keren over en weer boven het doel heeft laten gaan, dan is
de vondst waarschijnlijk waardeloos.
Vervuilde grond, elektrische interferenties of grote, grove stukken afvalmetaal kunnen misleidende signalen
veroorzaken. Deze herkent u meestal aan de gebroken of niet reproduceerbare signalen die vanuit de
detector afgaan.
6.5
De detector fijn afstellen
Wanneer u met uw detector vertrouwd bent geraakt, kunt u hem fijnregelen om selectiever te gaan zoeken.
1) SENSITIVITY regelen [S]
Door de SENSITIVITY (gevoeligheid) op MIN. of MAX. of er tussenin te regelen, zorgt u ervoor dat de
zoekspoel ook voorwerpen kan opsporen die op verschillende dieptes in de grond liggen. Zet SENSITIVITY
op het maximum om de grond zo diep mogelijk te kunnen doorzoeken. Begint de detector te "ratelen", dan
kunt u dit geluid stoppen door de gevoeligheid (SENSITIVITY) een eind terug te draaien.
2) GROUND regelen [T]
Het zal even duren voor u de regeling van de GROUND-regelaar onder de knie hebt, maar het is voor de
precisie wel heel belangrijk.De GROUND-regelaar schakelt immers valse signalen door ertshoudende grond
uit.
1. Schakel over naar MODE VLF en breng de zoekspoel tot op ongeveer 1 à 4 cm van de grond.
2. Wijkt de wijzer naar rechts uit, draai dan GROUND naar links. Gaat de wijzer naar links, draai
GROUND naar rechts.
3. Breng de zoekspoel tot op 30 cm van de grond en druk op de rode knop op het handvat. De wijzer
komt weer in het midden te staan.
4. Herhaal stappen 1 - 3 tot de wijzer in het midden blijft telkens als u de zoekspoel dichter bij de
grond brengt.
Als GROUND eenmaal is afgesteld, is de detector afgestemd op de grondeigenschappen van deze locatie. U
hoeft dit niet meer te regelen, tenzij u besluit een andere plek te onderzoeken.
3) DISCRIMINTATIE regelen
Discriminatie slaat op het vermogen om verschillende soorten metaal te onderscheiden. Met de
DISCRIMINATION-knop bepaalt u in hoeverre de detector het onderscheid maakt tussen soorten ijzer- en
niet-ijzerhoudende metalen.
Als de MODE-knop op stand TR2 staat, begin dan met de DISCRIMINATION-knop in het midden. Pas de
positie van de knop aan terwijl u zoekt. Hoe hoger de DISCRIMINATION, hoe beter het onderscheid tussen
bijvoorbeeld grote stukken aluminium en goud. Maar kleinere, waardevolle voorwerpen, zoals muntstukken
of ringen, zouden wel eens overzien kunnen worden. Naarmate u DISCRIMINATION hoger zet zal de
detector - in deze volgorde - stukjes zilverpapier, dikkere folio's en metalen voorwerpen zoals treklipjes
afkomstig van aluminium blikjes negeren.
Opmerking: U dient DISCRIMINATION wel telkens opnieuw af te stellen als u van plaats verandert, want
elke locatie biedt nieuwe uitdagingen.
6.6
Misleidende signalen
De grote gevoeligheid van uw detector kan soms aanleiding geven tot misleidende interferenties met
afvalmateriaal en andere bronnen. De beste manier om aan dit soort misleidende signalen het hoofd te bieden,
is alleen te graven naar doelwitten die een sterk, herhaald signaal uitzenden terwijl u de zoekspoel heen en
weer zwaait boven de grond. De ervaring zal u leren hoe u toevallige signalen van vaste, reproduceerbare
signalen kunt onderscheiden.
U kunt dit soort problemen sterk reduceren door slechts kleine oppervlakten tegelijkertijd te onderzoeken. Voer
hierbij trage en korte, elkaar overlappende zwaaibewegingen uit.
V. 02 – 08/11/2017
CS150N
14
©Velleman nv

Publicidad

loading