GEBRUIK:
Plaats de in elkaar gezette bedrail op het bedframe (basis waarop de matras ligt). Verstel de lengte van de poten zodat de zijkant, wanneer het
geheel is vastgezet (rechtop staat), de zijkant van de matras raakt en de poten goed tegen de andere kant van de matras rusten. Bij kleinere
matrassen moet u de kunstsof pootsteunen wellicht verplaatsen, zodat het geheel goed afgesteld kan worden.
Als de onderkant van de matras op één lijn met de rand van het bed ligt, moet de gemonteerde bedrail er als volgt uitzien:
Als de onderkant van de matras binnen de randen van het bed ligt, moet u de poten zo afstellen, dat de gemonteerde bedrail tussen de randen van
het bed past.
De gemonteerde bedrail moet er als volgt uitzien:
De bedrail NOOIT zonder de pootuiteinden gebruiken. Alle onderdelen dienen gebruikt en correct gemonteerd te worden.
Om de bedrail neer te klappen, pakt u de uiteinden van de bedrail vast, duwt u de knopjes op beide scharnieren met uw vingers in en vouwt u de
bedrail neer totdat hij in de neergevouwen stand vastzit. Om de bedrail weer omhoog te klappen, drukt u de knopjes op de scharnieren weer in en
vouwt u de bedrail oomhoog. De scharniervergrendelingen klikken automatisch vast. U dient echter altijd te controleren dat ze goed vastzitten
(figuur M).
REINIGEN:
U kunt het oppervlak van de bedrail met een vochtige spons, een zacht reinigingsmiddel en koud water schoonvegen. Plat liggend laten drogen.