Reset
~
• "Helderheid", "Kleur", "Kleurtint" en "Beeldscherpte" zijn niet beschikbaar als "Beeldmodus" is ingesteld op "Levendig"
of als "Weergavemodus" is ingesteld op "Tekst".
• "Ruisonderdruk." en "MPEG Ruisonderdr." zijn niet beschikbaar als "Beeldmodus" is ingesteld op "Levendig" of "Foto"
of als "Weergavemodus" is ingesteld op "Tekst" of "Foto".
Geluidsinstellingen
Geluidseffect
Surround
Hoge tonen
Lage tonen
Balans
Reset
2-talig
Auto volume
Speaker
~
• "Geluidseffect", "Surround", "Hoge tonen", "Lage tonen", "Balans", "Reset" en "Auto volume" zijn niet beschikbaar als
"Speaker" is ingesteld op "Audiosysteem".
24
NL
Hiermee zet u alle "Beeldinstellingen" terug naar de fabrieksinstellingen, behalve de
instellingen van "Beeldmodus" en "Weergavemodus" (alleen in PC-modus).
Hiermee wordt de geluidsmodus geselecteerd.
"Dynamisch": Versterkt scherpte en geluid voor een grotere verstaanbaarheid en
muzikaal realisme.
"Standaard": Levert duidelijkere details en een verbeterde scherpte en geluid.
"Heldere stem": Maakt stemmen helderder.
Hiermee kiest u de surroundmodus.
"Surround": Voor surroundgeluid (alleen voor programma's in stereo).
"Simulated Stereo": Geeft een surroundeffect aan programma's in mono.
"Uit": Voor normale ontvangst in stereo of mono.
Hiermee past u geluiden met een hoge toonhoogte aan.
Hiermee past u geluiden met een lage toonhoogte aan.
Hiermee stelt u de balans tussen de linker- en rechterspeaker in.
Hiermee stelt u alle instellingen van het menu "Geluidsinstellingen" in op de
fabrieksinstellingen.
Hiermee selecteert u het speakergeluid voor een stereo- of tweetalige uitzending.
"Stereo", "Mono": Voor een uitzending in stereo.
"A"/"B"/"Mono": Bij een 2-talige uitzending selecteert u "A" als geluidskanaal 1,
"B" als geluidskanaal 2 of "Mono" als monokanaal (indien beschikbaar).
z
• Stel "2-talig" in op "Stereo", "A" of "B" als u andere apparatuur selecteert die is aangesloten
op de televisie.
Hiermee wordt het volumeniveau gelijk gehouden, zelfs als het geluidsvolume
schommelt (b.v. reclames zijn vaak luider dan programma's).
Schakelt de interne speakers van de televisie in en uit.
"TV-speaker": De TV-speakers worden ingeschakeld om het geluid van de
televisie via de TV-speakers te beluisteren.
"Audiosysteem": De TV-speakers worden uitgeschakeld zodat u uitsluitend via
externe radioapparatuur die op de audio-uitgang is aangesloten, het geluid van de
televisie kunt beluisteren.