Duurzaamheid
De dompelpomp is geschikt voor het transport van water met een temperatuur van maximaal 35°C. Deze pomp mag
niet voor andere vloeistoffen gebruikt worden, namelijk motorbrandstof, schoonmaakmiddelen en andere chemische
producten.
Installatie
Het installeren van de dompelpomp kan op volgende manieren gebeuren:
• stationair met een vaste buisleiding;
• stationair met een flexibele slang.
OPMERKING: Let er tijdens de installatie op dat de pomp nooit vrij hangend aan de drukleiding of aan de
stroomkabel gemonteerd wordt. De dompelpomp moet aan de draaggreep die daarvoor voorzien is,
worden opgehangen of moet op de bodem van de schacht liggen. Ten einde een perfecte werking
van de dompelpomp te verzekeren, moet de bodem van de schacht altijd vrij zijn van slijk of van
andere verontreinigingen. Bij een te laag waterpeil kan het aanwezige slijk snel uitdrogen en de pomp
verhinderen aan te slaan. Daarom is het noodzakelijk om de dompelpomp regelmatig te controleren
en te testen. De vlotterschakelaar is dusdanig ingesteld dat een onmiddellijke inbedrijfstelling mogelijk
is. De pompschacht moe minstens 40 x 40 x 50cm groot zijn zodat de vlotterschakelaar zicht vrij kan
bewegen.
Netaansluiting
De dompelpomp is al met een geaarde stekker uitgerust. De pomp moet worden aangesloten op een geaarde
stopcontactdoos met 230VAC~50Hz. Controleer of het stopcontact voldoende beveiligd is (min. 6A) en of het volledig
in orde is. Steek de pompstekker in het stopcontact om de pomp te gebruiken.
OPMERKING: Mocht de netkabel of de steker door uitwendige oorzaken beschadigd worden, mag de kabel niet zelf
hersteld worden. Dit mag enkel door een erkende elektricien uitgevoerd worden.
Gebruik
Deze pomp is ideaal als kelderpomp. In een schacht aangebracht, verleent ze veiligheid in geval van
overstromingen. De pomp kan ook gebruikt worden waar water moet worden overgebracht, bv. in huishouding, in de
landbouw, in de sanitaire industrie, enz.
Inbedrijfstelling
Nadat u deze de installatie- en gebruiksaanwijzingen hebt gelezen, kunt u met inachtneming van de hierna volgende
punten de pomp in gebruik stellen:
• controleer of de pomp op de schacht bodem ligt;
• controleer of de drukleiding reglementair aangebracht werd;
• controleer de elektrische aansluiting (230VAC~50 Hz);
• controleer of de elektrische stopcontacten aan de reglementaire voorschriften voldoen;
• ga na of er geen vocht of water aan de netaansluitingen kan komen;
• zorg ervoor dat de pomp nooit droogloopt.
Afstellen van het in-/uitschakelpunt
Het in- en uitschakelpunt van de vlotterschakelaar kan worden afgesteld door de vlotterschakelaar in zijn
afscherming te veranderen. Gelieve volgende punten te controleren vóór u de pomp in gebruik neemt:
• De vlotterschakelaar moet zo aangebracht zijn dat de schakelpunthoogte IN en de schakelpunthoogte uit
gemakkelijk en met weinig kracht kan bereikt worden. Controleer dit door de pomp in een met water gevuld vat te
plaatsen en de vlotterschakelaar met de hand voorzichtig op te heffen en daarna opnieuw te laten zakken. Daarbij
kunt u zien of de pomp zich in- en uitschakelt.
• Let er op dat de afstand tussen de kop van de vlotterschakelaar en zijn afscherming niet te klein is. Als de afstand
te klein is, is de perfecte werking niet gewaarborgd.
GWP3
9
PEREL