Aanwijzing – Capaciteit
• Tijdens het opladen van het Power Pack wordt de capaciteit continu weergegeven.
• Ledere status-LED komt overeen met 25% van de capaciteit. Het continu branden van een LED
signaleert de reeds bereikte capaciteit. Indien er drie LEDs branden en de vierde knippert, dan
is het Power Pack voor ten minste 75% opgeladen.
• Indien alle vier LEDs oplichten, dan is de volledige capaciteit ter beschikking.
• Druk op de toets van het Power Pack teneinde deze in te schakelen en de actuele capaciteit
van het Power Pack te weten te komen.
• Druk tweemaal op de toets totdat de statusledjes doven om het Power Pack uit te schakelen.
Waarschuwing – accu
• Gebruik alleen geschikte laadapparatuur of USB-aansluitingen voor het opladen.
• Gebruik defecte laadapparatuur of USB-aansluitingen niet meer en probeer ze niet te
repareren.
• Het op te laden product niet overladen of diepontladen.
• Opbergen, opladen en gebruiken bij extreme temperaturen vermijden.
• Indien de accu's gedurende langere tijd worden opgeborgen dienen ze ten minste elke 3
maanden opgeladen te worden.
4.2 Opladen van eindapparatuur
• Sluit de meegeleverde Micro-USB-laad-/ verbindingskabel op de USB-aansluiting van het Power
Pack (OUT 1 5V/2.1A / OUT 2 5V/2.1A) en op de Micro-USB-aansluiting van uw eindtoestel
(mobiele telefoon, smartphone, enz.) aan.
• Soms kan het voorkomen dat de meegeleverde Micro-USB-laad-/ verbindingskabel niet past op de
USB-aansluiting van het eindtoestel. Gebruik dan de USB-kabel van het eindtoestel.
• Het opladen start automatisch. Tijdens het opladen tonen de status-LEDs de nog beschikbare
capaciteit van het Power Pack.
• De actuele accu-laadstatus van uw eindtoestel wordt daarop weergegeven.
• Beëindig het opladen en schakel het Power Pack uit door tweemaal op de toets van het Power
Pack te drukken. De status-LEDs gaan uit.
• In het geval dat er geen eindtoestel wordt aangesloten, schakelt het Power Pack automatisch.
Waarschuwing – aansluiten van eindapparatuur
• Controleer voor het aansluiten van een eindtoestel of het met de stroomlevering door het
Power Pack voldoende van stroom kan worden voorzien.
• Vergewis u ervan dat het totale stroomverbruik van het aangesloten eindtoestel niet meer dan
2100 mA bedraagt.
• Neem de aanwijzingen in de bedieningsinstructies van uw eindtoestel in acht.
• Neemt u absoluut de aldaar vermelde informatie en veiligheidsinstructies met betrekking tot de
stroomvoorziening van uw apparatuur in acht.
• Het Power Pack mag niet tegelijkertijd worden opgeladen en ontladen!
23