De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk
ander verder gaand gebruik is niet reglementair.
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwon-
dingen van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
4. Technische gegevens
Netaansluiting ................................ 230 V ~ 50 Hz
Krachtontneming .................................... 900 watt
Wateropbrengst: .....................................4100 l/u
Opvoerhoogte max. ..................................... 48 m
Opvoerdruk max. ....................0,48 MPa (4,8 bar)
Aanzuighoogte max.: ..................................... 8 m
Drukaansluiting .... ca. 33,3 mm (R1 binnendraad)
Zuigaansluiting: .... ca. 33,3 mm (R1 binnendraad)
Watertemperatuur max. ............................... 35°C
Bescherming type: ........................................IPX4
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
In principe raden wij aan om een voorfilter en een
zuigset met zuigslang, zuigkorf en terugslagklep
in te zetten om lange heraanzuigtijden en een
onnodige beschadiging van de pomp door stenen
en harde vreemde voorwerpen te verhinderen.
5.1 Aansluiting van de zuigleiding
•
Bevestig de zuigslang (min. ca. 19 mm (¾ ")
versterkt door spiraaldraad)) rechtstreeks of
via een schroefdraadnippel aan de zuigaans-
luiting ca. 33,3 mm (R1¼ binnendraad) van
het apparaat.
•
De gebruikte zuigslang moet voorzien zijn
van een zuigklep. Indien de zuigklep niet kan
worden gebruikt, dan moet een terugslagklep
in de zuigleiding zijn aangebracht.
Anl_GE_AW_9041_E_SPK2.indb 33
Anl_GE_AW_9041_E_SPK2.indb 33
NL
•
De zuigleiding vanaf de waterontname tot
aan het apparaat stijgend leggen. Vermijd
absoluut het leggen van de zuigleiding bo-
ven de hoogte van de pomp, luchtbellen in
de zuigleiding vertragen en verhinderen het
aanzuigen.
•
Zuig- en drukleiding moeten zo worden aan-
gebracht, dat deze geen mechanische druk
uitoefenen op het apparaat.
•
De zuigklep moet diep genoeg in het water
liggen, zodat het drooglopen van het ap-
paraat door daling van het waterpeil wordt
vermeden.
•
Een ondichte zuigleiding verhindert door aan-
zuigen van lucht het aanzuigen van het water.
•
Vermijd het aanzuigen van vreemde voor-
werpen (zand enz.). Indien nodig installeert u
hiertoe een voorfilter.
5.2 Aansluiting van de drukleiding
•
De drukleiding (moet min. 19 mm (¾ " zijn))
moet direct of via een schroefdraadnippel
worden aangesloten aan de drukleidingaans-
luiting (33,3 mm (R1IG) van het apparaat.
•
Mits gepaste koppelstukken kan uiteraard
ook een drukslang van 13 mm (½ ") worden
gebruikt. Het pompvermogen wordt geredu-
ceerd door de kleinere drukslang.
•
Tijdens het aanzuigen moeten de in de
drukleiding voorhanden zijnde afsluiters
(spuitmondstukken, kleppen etc.) helemaal
opengedraaid zijn zodat de lucht vrij uit de
zuigleiding kan ontsnappen.
5.3 Elektrische aansluiting
•
De elektrische aansluiting gebeurt aan een
wandcontactdoos met aardingscontact 230 V
~ 50 Hz, ampérage van de zekering minstens
10 amp.
•
De motor wordt door de ingebouwde ther-
mische contactverbreker beschermd tegen
overbelasting of blokkering. In geval van
oververhitting wordt de pomp automatisch
uitgeschakeld door deze contactverbreker en
na het afkoelen wordt de pomp automatisch
opnieuw in werking gesteld.
- 33 -
18.11.15 10:10
18.11.15 10:10