2
3
L
K
J
M
2
1
TIP: Voeg een 3/8" aandrijfpal (in "ON") in het vierkante gat in de leirolarm (J) en draai pal met de klok mee om de spanning te verminderen.
8.
Als de spanning van de arm af is, installeer dan een nieuwe aandrijfriem om de riemschijf en in de riemhouders (L).
9.
Plaats de boorriem (H) alleen rond en in de gleuf van de boorriemschijf (E).
10. Als uw assistent langzaam de hendels optilt om de boormantel en het framestel weer samen te voegen, trek dan de boorriem op
en druk de zijkanten boven de riemschijf zodat de riem volledig in de gleuf van de riemschijf (E) zit.
11. Zet de sneeuwruimer weer helemaal in elkaar en controleer zorgvuldig of de riemen de juiste loop volgen. Als de boorriem van de
riemschijf heeft losgelaten (en op de console van de leirolarm (M) terecht is gekomen tijdens het in elkaar zetten van de sneeu-
wruimer), maak dan de sneeuwruimer weer open en herhaal stap 10. De riem moet volledig in de riemschijfgleuf zitten als de
sneeuwruimer weer in elkaar gezet wordt.
12. Zet de twee zeskantmoeren (F) en afsluitborgschijfjes (G) terug en maak stevig vast.
13. HET INSTALLEREN VAN DE MOTORRIEMSCHIJF (A) - Leg de riem in de riemschijfgleuf en schuif de riemschijf op de slingeras.
Zet het platte borgschijfje, bout terug en maak stevig vast (30-35 ft. lbs. / 41-47 N-m torsiekracht). Zorg ervoor dat de riem in de
riemhouder (L) ligt.
14. Zet de riemhuls en twee (2) schroeven terug. Maak stevig vast.
15. HET INSTALLEREN VAN DE AFVOERTRECHTER- Zie "HET INSTALLEREN VAN DE AFVOERTRECHTER / DRAAIKOP" in het
gedeelte Montage van deze handleiding.
1
A
D
B
H
E
F
Het vervangen van de riemen
De boorriemen en aandrijfriemen zijn niet afstelbaar. Als de riemen zijn be-
schadigd of tekenen van slijtage beginnen te vertonen, dienen ze vervangen
te worden. Het wordt aanbevolen de riem(en) door een gekwalificeerde
reparateur te laten vervangen.
N.B.: Wij raden u aan zowel de boorriemen als de aandrijfriemen tegelijkertijd
te vervangen.
De V-riemen op uw sneeuwruimer zijn speciaal geconstrueerd en moeten
vervangen worden door riemen van de oorspronkelijke fabrikant (original
equipment manufacturer - OEM), die bij uw dealer verkrijgbaar zijn. Het
gebruik van andere dan OEM-riemen kan persoonlijke verwondingen of
schade aan de sneeuwruimer veroorzaken.
WAARSCHUWING: Het vervangen van de riemen vereist scheiding
van de sneeuwruimer. Tijdens het scheiden van de boormantel (1)
en het framestel (2) is het van belang dat een assistent u helpt door
in de besturingspositie te gaan staan en de hendels van de sneeu-
wruimer (3) vasthoudt. Ernstige persoonlijke verwondingen en/of
schade aan het toestel kunnen voorkomen als de sneeuwruimer
zou vallen tijdens het verwisselen van de riemen.
1.
HAAL DE BENZINE UIT DE BRANDSTOFTANK - Tap de benzine uit
de brandstoftank af en vang hem in een daarvoor geschikt reservoir op
en houd uit de buurt van vuur of vlammen. Veeg gemorste benzine af.
2.
HAAL DE AFVOERTRECHTER LOS - Draai de sluitmoer die de draaikop
van de afvoertrechter aan de bevestigingsbeugel bevestigt los, zodat de
draaikop opgetild kan worden en de afvoertrechter van de sneeuwruimer
gehaald kan worden.
3.
HET VERWIJDEREN VAN DE RIEMHULS - Zie "HET VERWIJDEREN
VAN RIEMHULS" in dit gedeelte van deze handleiding.
4.
HET VERWIJDEREN VAN DE MOTORRIEMSCHIJF (A) - Verwijder
riem (B), en plat borgschijfje (D) die de riemschijf aan de slingeras van
de motor bevestigen. Verwijder de buitenste (boor)riemschijf (A) alleen
van de slingeras.
5.
SCHEID DE SNEEUWRUIMER - Verwijder, met uw assistent aan de
hendels, de twee riemen (F) en afsluitborgschijfje (G) die de boormantel
(1) en het frame (2) samenhouden.
WAARSCHUWING: Als de laatste riem is verwijderd, dient uw
assistent voorzichtig de hendels naar de grond te laten zakken.
6.
VERWIJDER DE BOORRIEM (H) van de riemschijf (E).
7.
VERMINDER DE SPANNING OP AANDRIJFLEIROL (J) en verwijder
de aandrijfriem (K) van de riemschijven.
64