LEDA301xx-xP/302xx-xP/303xx-xP/305xx-xP
nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring
mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
Dit toestel is niet geschikt om te dimmen.
6.2
Afstanden
Laat minstens 50 cm vrij aan de bovenkant en 30 cm aan
weerszijden.
Zorg voor een minimumafstand van 1 m tussen de lichtuitgang
van het toestel en het belichte oppervlak.
6.3
Een geschikte montageplaats kiezen
U kunt de detectiezone aanpassen aan uw behoeften: u kunt het
toestel naar links/rechts draaien en naar boven/beneden richten.
De detector is gevoeliger voor voorwerpen die de detectiezone
doorkruisen dan voor voorwerpen die recht op de detector afgaan.
Dit is een zeer belangrijk element bij de keuze van de
montageplaats.
Bevestig het toestel aan een stabiele buitenmuur vervaardigd uit
niet-brandbaar materiaal op ongeveer 1,8-2,0 m hoogte en onder
een afdak of dakrand waar het beschut is tegen wind, regen en
direct zonlicht.
Plaats geen voorwerpen voor het detectievenster en verwijder alle
bewegende voorwerpen uit de detectiezone.
Installeer het toestel niet in de buurt van airco, radiatoren, enz.
6.4
De schijnwerper installeren
1.
Dit toestel is niet uitgerust met een aan-uitschakelaar om het
van het lichtnet los te koppelen. Isoleer het toestel elektrisch
voor de installatie of onderhoud.
2.
Gebruik de beugel [1] om de plaats van de montagegaten te
bepalen.
3.
Boor de gaten en bevestig de beugel met schroeven en
muurpluggen.
4.
Sluit de voedingskabel aan op een geschikte kabeldoos (niet
meegelev.). De aansluiting moet goed geaard zijn. Zorg ervoor
dat de kabel niet te strak zit; laat voldoende speling.
V. 01 – 08/07/2013
13
©Velleman nv