Snelle oplaadmodus
Opstartmodus
7. OP BEDRIJF VOORBEREIDEN
Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer de stekker uit
het stopcontact is gehaald.
Voordat de accu wordt geladen, controleer dat de capaciteit van de accu niet
minder is dan de minimale capaciteit die op het typeplaatje van de gelijkrichter
is aangegeven. De gelijkrichter moet op een vlak, stabiel oppervlak worden
geplaatst, uit de buurt van ontvlambare materialen en bronnen van open vuur.
Steek het netsnoer en de oplaadkabels zo dat ze niet aan schade (schuren,
pletten, enz.) worden blootgesteld. Controleer telkens de toestand van de
gelijkrichterskabels, gebruik geen gelijkrichter bij beschadigde kabels.
Controleer of de schakelaar in de "uit" -modus staat (de markering op de
schakelaar "O" - zie afb. A, pos. 3)
Controleer de toestand van de accu vóór het opladen.
Wees voorzichtig bij het controleren van de accu omdat de accu zuur
bevat.
Gedetailleerde informatie is te vinden in de gebruiksaanwijzing van de accu,
die zorgvuldig moet worden gelezen.
8. AANSLUITING AAN HET NET
Voordat het apparaat aan de voedingsbron wordt aangesloten ervoor zorgen
dat de voedingsspanning met de spanning opgegeven op het typeplaatje
overeenkomt.
De installatie van de voedingsspanning moet met de essentiële eisen voor
elektrische installaties overeenstemmen en aan de veiligheidseisen voldoen
en van een neutraal geaarde kabel voorzien. De parameters van de minimale
doorsnede van de voedingskabel en de nominale waarde van de zekering
worden gegeven in de onderstaande tabel:
2
- draaddoorsnede - 1,5 mm
- zekering type B - 16A
De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien. Bij
gebruik van verlengsnoeren controleren of de doorsnede van de ader niet
kleiner dan de aan het apparaat aangesloten kabel is. Leg het netsnoer zo dat
het tijdens gebruik niet doorgesneden kan worden. Gebruik geen beschadigde
verlengsnoeren.
Controleer periodiek de toestand van de aansluitkabel. Trek niet aan het
netsnoer.
9. APPARAAT AANZETTEN
Sluit de gelijkrichter altijd aan op een netvoeding met een geaarde
neutrale geleider.
Schakelaar van het apparaat: is aan de achterkant van de gelijkrichter (afb. B
pos. 6). De ON -stand betekent dat het apparaat is ingeschakeld, de OFF -
stand dat het is uitgeschakeld; bovendien wordt de status van de gelijkrichter
aangegeven door de LED in de schakelaar.
10. GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Met de gelijkrichter kunnen zowel accu's worden opgeladen die van het
elektrische systeem van het voertuig zijn losgekoppeld en als ook die op
het elektrische systeem van het voertuig is aangesloten.
Het aansluiten van de gelijkrichter op de accu moet met de genomen
stekker uit het stopcontact worden uitgevoerd.
Accu's opladen die van het elektrische systeem van het voertuig zijn
losgekoppeld
1. Sluit de gelijkrichterklemmen met de accupolen aan. Sluit eerst de rode
klem met de pluspool (+) en vervolgens de zwarte klem met de minpool (-)
aan. Bij omgekeerde aansluiting van de klemmen wordt de kortsluiting
schakelaar geactiveerd.
2. De gelijkrichter op de voeding aansluiten.
3. Stel de laadspanning in overeenstemming met de parameters van de
opgeladen accu (afhankelijk van het model van de gelijkrichter en de
accuparameters 12V of 24V).
4. Schakel de gelijkrichter met ON
5. Controleer de laadstroom van de accu, maak gebruik van de aanwijzing op
gelijkrichter (afb. A pos. 1). In de eerste fase van het laden zal de stroom hoog
zijn, daarna zal met de tijd afnemen. Het opladen van de accu moet 8 tot 16
uur duren. Het laadproces moet onder toezicht van de gebruiker verlopen
6. Nadat het opladen wordt afgerond, moet de gelijkrichter worden
uitgeschakeld, van de spanning losgekoppeld, en de klemmen in omgekeerde
volgorde dan de aansluiting weggenomen.
Met de gelijkrichter is het snel laden van de accu mogelijk. Om de
snellaadmodus te kiezen, moet in stap 3 de schakelaar voor de ladingsmodus
in BOOST stand worden gezet en het opladen voortgezet.
Accu's opladen die aan het elektrische systeem van het voertuig zijn
aangesloten
1. Controleer de polariteit van de accuklemmen. De plusklem is een klem die
niet met het chassis van het voertuig is aangesloten.
2. Sluit de rode klem van de gelijkrichter (+) aan de pluspool van de accu.
3. Sluit de zwarte klem van de gelijkrichter (+) aan de minpool van de accu. Bij
omgekeerde aansluiting van de klemmen wordt de kortsluiting schakelaar
geactiveerd.
4. De gelijkrichter op de voeding aansluiten.
5. Stel de laadspanning in overeenstemming met de parameters van de
opgeladen accu (afhankelijk van het model van de gelijkrichter en de
accuparameters 12V of 24V).
6. Schakel de gelijkrichter met ON
7. Controleer de laadstroom van de accu, maak gebruik van de aanwijzingen
op de gelijkrichter. In de eerste fase van het laden zal de stroom hoog zijn,
daarna zal met de tijd afnemen. Het opladen van de accu moet 8 tot 16 uur
duren.
Ja
Ja
8. Nadat het opladen wordt afgerond, moet de gelijkrichter worden
uitgeschakeld, van de spanning losgekoppeld, en de klemmen in omgekeerde
volgorde dan de aansluiting weggenomen.
Met de gelijkrichter is het snel laden van de accu mogelijk. Om de
snellaadmodus te kiezen, moet in stap 5 de schakelaar voor de ladingsmodus
in BOOST stand worden gezet.
Opstarten
Lees de tips van de voertuigfabrikant voordat de oplader uit de lader
wordt gestart. De onderstaande handelingen moeten met bijzondere zorg
worden uitgevoerd.
Om het voertuig te starten:
1. zet de schakelaar (afb. A pos. 2) in de startpositie
2. zet de laadspanningsschakelaar (figuur A, item 3) op de juiste
accuspanningswaarde
3. voer snel laden voor ca. 10 min. volgens de modus op het paneel (3 sec.
laden, ca. 120 sec. pauze, 5 cycli)
4. Draai de contactsleutel in de auto.
Het opstarten moet strikt volgens de hierboven beschreven procedure
worden uitgevoerd.
Het niet navolgen van deze regels kan de batterij of het elektrische systeem
van het voertuig beschadigen.
11. LOPENDE ONDERHOUDSHANDELINGEN
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer de
stekker uit het stopcontact is gehaald.
Controleer telkens de toestand van de kabels van de gelijkrichter (voeding- en
stroomkabels). Gebruik geen gelijkrichter waarin de kabels zijn beschadigd.
Maak na elk gebruik de stroomklemmen van de gelijkrichter schoon.
Vermijd contact van de stromklemmen bij ingeschakelde gelijkrichter. De
zekering wordt verbranden.
Beveiliging van de zekering
De oplader is met twee fasen beveiliging uitgerust. Thermische beveiliging
beschermt de transformator van de gelijkrichter tegen oververhitting en
beschadiging. De elektrische beveiliging wordt bij kortsluiting geactiveerd.
Bij activering van de thermische beveiliging waardoor de gelijkrichter wordt
uitgeschakeld, moet enkele minuten worden gewacht tot de transformator is
afgekoeld en de thermische zekering met de knop op het voorpaneel van de
gelijkrichter gereset.
Bij de activering van een kortsluitzekering waardoor de gelijkrichter wordt
uitgeschakeld, wordt de zekering dop losgeschroefd, de defecte zekering
vervangen en de plug vastgeschroefd.
Gebruik geen zekeringen met andere dan de aanbevolen parameters, dit
kan de gelijkrichter beschadigen.
12. TOEBEHOREN EN RESERVEONDERDELEN
Neem
contact
met
Dedra-Exim
reserveonderdelen en toebehoren. De contactgegevens staan op de 1ste
blad van de gebruiksaanwijzing.
Bij bestelling van de onderdelen gelieve het nummer van de PARTIJ op het
typeplaatsje opgeven. Gelieve het beschadigde onderdeel beschrijven en de
indicatieve termijn van de aankoop van het apparaat opgeven. In de
garantieperiode worden de reparaties onder de condities als vermeld in de
Garantiekaart uitgevoerd. Het defecte product voor de reparatie naar de
aankoopspunt inleveren (de verkoper is verplicht om het product te
aanvaarden) of naar de Servicedienst van DEDRA-EXIM. Gelieve de door
Importeur opgestelde garantiekaart meeleveren. Zonder dit document wordt
de reparatie beschouwd als buiten de garantieperiode. Na afgelopen
garantieperiode wordt de reparatie door Centraal Servicedienst uitgevoerd.
Het defecte product wordt naar het Klantenservice gestuurd (vervoerkosten op
rekening van de gebruiker)
13. ZELFSTANDIG VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Vooraleer de storingen zelfstandig worden verholpen, ontkoppel het
gereedschap van de voeding en zorg ervoor dat het niet werkt.
Probleem
Oorzaak
Gelijkrichter
werkt niet
Geen voeding
De thermische
zekering is
geactiveerd
De
kortsluitzekering is
geactiveerd
Schakelaar
beschadigd
Het netsnoer
beschadigd
De gelijkrichter
Beschadigde
laadt de accu
stroomkabels
niet op
Slecht ingeklemde
stroomklemmen
Service
bij
aankoop
van
Oplossing
Controleer de netspanning.
Controleer of de
netstroombeveiliging is
geactiveerd.
Controleer of de stekker correct in
de contact is gestoken.
Wacht tot de gelijkrichter is
afgekoeld, reset de zekering.
Vervang de zekering door een
goede.
Lever de gelijkrichter naar het
servicecentrum om de schakelaar
te vervangen.
Lever de gelijkrichter naar het
servicecentrum om de kabel te
vervangen.
Lever de gelijkrichter naar het
servicecentrum om de kabels te
vervangen.
Controleer hoe de klemmen zijn
aangebracht, corrigeer als het
29