Zodra het wiel correct in de vork is geplaatst, draait u de
metalen stang vast met de vergrendelingshendel op de
metalen stang. (13)
Zodra de assemblage voltooid is, moet u controleren of alle
onderdelen goed vastzitten en goed zijn afgesteld. Controleer
of het remsysteem correct is geplaatst en of het remblokje is
geplaatst.
Controleer of het stuur recht en strak staat.
Controleer of het zadel is uitgelijnd met de wijzerplaat van de
fiets, en of het goed vastzit.
STAP 5 : BATTERIJ
14
STAP 6 : BRANCHE
Om uw motor te starten, sluit u de accukabel aan. (15) Volg de pijlen op de kabel en duw hem
naar binnen tot hij stopt. Zodra de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de batterij aan door op de
knop erop te drukken. (16)
Als de batterij niet aangaat, volg dan deze stappen:
- Controleer uw verbindingen
- Controleer of de batterij goed is geplaatst.
- Sluit uw batterij aan op de bijgeleverde lader.
Uw accu is verwijderbaar, u kunt hem van uw fiets halen om hem
bijvoorbeeld thuis op te laden. Om dit te doen, gebruik de sleutels die
aan je stuur zitten. (14)
Om uw batterij te verwijderen, steekt u de sleutel in de daarvoor
bestemde poort, draait u hem om en verwijdert u de batterij. Wanneer u
de accu weer op uw fiets zet, moet u controleren of u hem hebt
vergrendeld en of u een klik hoort. Zodra de batterij is geplaatst, draait u
de sleutel om en verwijdert u hem.
16
8
13
15