OBJ_BUCH-1573-007.book Page 123 Tuesday, October 7, 2014 12:49 PM
Handelingsdoel
Beschermkap op oplaadstation
zetten
Voedingsapparaat aansluiten
Oplaadstation signaleert netspan-
ning AAN
Stroomkringonderbreker inzetten 14
Tuingereedschap voor opladen in
oplaadstation plaatsen
Scherm „Welkom", zie gebruiks-
aanwijzing
Optillen en dragen van tuingereed-
schap
Maaihoogte instellen
Efficient maaien met Logicut
Reiniging
Onderhoud
Voorbereiding van het gazon
Verwijder stenen, losse stukken hout, metaaldraad, onder
spanning staande voedingskabels en ander voorwerpen van
het te maaien oppervlak.
Controleer dat het te maaien oppervlak egaal is en geen ern-
stige obstakels voor het tuingereedschap bevat, zoals kuilen,
voren en hellingen meer dan 20°.
Maai het hoofdgazon met een conventionele gazonmaaier op
een hoogte van maximaal 40 mm en het bereik boven de be-
grenzingsdraad op een hoogte van maximaal 20 mm.
Installatie
Een video over de installatie van de Indego is beschikbaar op
www.bosch-indego.com of gebruik de volgende QR-code.
Kies een positie voor het oplaadstation, horizontaal vlak en
niet in de zon.
Opmerking: Het laadstation moet aan het buitenkant van het
gazonoppervlak op de begrenzingsdraad gepositioneerd wor-
den. Het kan niet aan de zijkant van een schuur of gereed-
schaphuis staan, dat als eiland binnen het gazonoppervlak
staat.
Zorg ervoor dat het oplaadstation naast het te maaien opper-
vlak staat met een 1,5 m lang recht spoor ervoor en een 1 m
lang recht spoor erachter. Het is belangrijk dat vanaf het te
maaien gazon gezien de oplaadcontacten naar links wijzen
(zie afbeelding 2).
Aanwijzing: Als het oplaadstation zodanig staat dat de oplaad-
contacten naar het te maaien gazon of naar rechts wijzen, zal
de Indego niet goed werken.
Bosch Power Tools
Trek de begrenzingsdraad door het voorste gat in de grond-
Afbeelding Pagina
plaat en voor deze recht door de kabelgoot en het achterste
gat. Bevestig de begrenzingsdraad op één lijn met het gat aan
11
8
een pin. Verwijder voorzichtig de isolatie en sluit de begren-
12
9
zingsdraad op de rechter aansluitklem aan (Rood).
(zie afbeeldingen 4 – 5)
13
9
Bevestig het oplaadstation met de vier meegeleverde pinnen
op de grond. (zie afbeelding 6)
9
Installeer de begrenzingsdraad tegen de richting van de wij-
zers van de klok en vlak op de grond. Houd de in acht te nemen
15
10
minimumafstand tot gazonranden, trappen, muren, vijvers,
enz. aan. Gebruik daarvoor de afstandssjabloon.
16
10
(zie afbeelding 7)
Opmerking: De begrenzingsdraad moet zodanig zijn gelegd
17
11
dat de Indego daarvan nooit meer dan 16 m verwijderd is.
18
11
Als het gazon in hoogte gelijk aan een weg of een oppervlak
19
12
grenst, kan de Indego langs de kant rijden. In deze gevallen
A
13
kan de begrenzingsdraad vlak langs de kant gelegd worden.
B
13
den gelegd. Wij raden aan om vaste objecten binnen het gazo-
noppervlak af te grenzen. Daardoor wordt de uitwendige slij-
tage van de Indego door voortduren aanstoten voorkomen.
Objecten lager dan 6 cm, zoals bloemperken, moeten met de
wijzers van de klok mee worden afgegrensd om schade aan de
messen te voorkomen. De draden naar en van deze zones
moeten elkaar raken, mogen echter niet kruisgewijs worden
gelegd. (zie afbeelding 7)
20-25cm
Bevestig de begrenzingsdraad met de eerste pin naast het op-
laadstation. Span de draad en plaats de overige pinnen op
een afstand van ca. 50 cm. (zie afbeelding 7)
Maak de ronde compleet en leid de begrenzingsdraad zodanig
naar de achterzijde van het oplaadstation dat de draad zich op
één lijn met het gat en met de pin bevindt. Bevestig het twee-
de uiteinde van de begrenzingsdraad eveneens met de pin.
Controleer dat het gat, de beide uiteinden van de draad en de
pin één lijn vormen. Kort de begrenzingsdraad in, verwijder
voorzichtig de isolatie en sluit de draad aan de linker aansluit-
klem aan (Zwart). (zie afbeelding 10)
Plaats de beschermkap op het oplaadstation.
(zie afbeelding 11)
Opmerking: Extra begrenzingsdraad kan worden aangeslo-
ten met een verbinder. (zie afbeelding 8)
De begrenzingsdraad kan worden verlengd tot maximaal
450 m.
Opmerking: Houd afstand tot de begrenzingsdraad als u wilt
verticuteren of het gazon wilt harken.
Installeer het voedingsapparaat in een koele en droge omge-
ving. Verbind het met het oplaadstation en een stopcontact
dat zich binnen een gebouw bevindt. (zie afbeelding 12)
Nederlands | 123
Opmerking: De begrenzingsdraad kan
maximaal 5 cm diep in de grond wor-
Opmerking: Ca. 20 cm breed om vast
staande objecten of in hoeken blijft het
gazon ongemaaid.
F 016 L81 115 | (7.10.14)