■
Druk op de bedieningsknop om het apparaat in te schakelen.
■
Laat de bedieningsknop los om het apparaat te stoppen.
■
Houdt u er rekening mee dat het gereedschap na het loslaten van de bedieningshendels
nog nadraait.
■
De compressor na voltooiing van de werkzaamheden uitschakelen en volgens de
handleiding van de compressor wegbergen.
■
Alleen droge, schone lucht met ca. 90 PSI of 6,3 bar bij maximale druk gebruiken.
Stof, ontvlambare dampen en een te hoge luchtvochtigheid kunnen de motor van
pneumatische gereedschap aantasten.
■
Geen labels verwijderen. Beschadigde labels dienen te worden vervangen.
■
Houd uw handen, wijdvallende kleding en lang haar weg van het bewegende deel van
het apparaat.
■
De slijpschijf op de slijpschijvenflens plaatsen en centreren.
■
De spanmoer met de hand aandraaien en met bijgeleverde hoekschroevendraaier
vastzetten. Daarbij met de steeksleutel tegendruk geven.
■
De vonkbescherming (beschermkap) kan naar behoefte worden ingesteld door de
snelinstelling in te drukken.
■
Vanwege veiligheidsredenen mag de vonkbescherming (beschermkap) niet worden
verwijderd.
■
De luchtdruk controleren en eventueel zo instellen dat de werkdruk wordt bereikt.
14. Onderhoud en verzorging
■
Smeren:
Pneumatisch gereedschap dient tijdens de gehele levensduur te worden gesmeerd.
De motor en de kogellagers hebben perslucht nodig om het gereedschap aan te drijven.
Omdat het vocht in de perslucht roestvorming in de motor veroorzaakt, dient de motor
dagelijks te worden gesmeerd.
Hiervoor is het gebruik van een geïntegreerde olienevelaar aanbevolen.
■
FÖRCH- olienevelaar voor montage op het pneumatische apparaat.
■
Met de hand smeren van de pneumatische motor:
Apparaat van de luchttoevoer loskoppelen en met de luchtinlaat naar boven houden. Eén
tot twee druppels speciale persluchtolie in de luchtinlaat laten vallen. Het gereedschap
aansluiten op de perslucht. De luchtuitlaat op het apparaat met een handdoek afdekken en
een aantal seconden laten lopen. Voor het smeren van het gereedschap nooit ontvlambare
of snel vervliegende vloeistoffen zoals kerosine, diesel of benzine gebruiken.
LET OP!
Overtollige olie in de motor wordt direct via de luchtuitlaat afgevoerd.
WAARSCHUWING!
Uitlaatopening nooit op mensen of objecten richten. De luchtuitlaat bevindt zich achter de
handgreep.
■
Onderhoud
Bij het uitvoeren van onderhoud, het apparaat altijd loskoppelen van de perslucht.
Bij dagelijks gebruik dient driemaandelijks onderhoud te worden gepleegd of uiterlijk na
1000 bedrijfsuren. Beschadigde of versleten onderdelen zoals o-ringen, lagers en roterende
bladen dienen te worden vervangen en alle bewegende delen dienen te worden gesmeerd.
Uitsluitend door de fabrikant aanbevolen reserveonderdelen gebruiken, anders vervalt de
garantie.