Inbedrijfstelling
5.3
Montage van de wandhouder
Houd bij de keuze van de montageplaats en het boren in de buurt
van voorhanden schakelaars of contactdozen rekening met het ver-
loop van elektrische kabels, water-, gas- en eventuele andere leidin-
gen.
De montageplaats dient tegen weer en wind beschermd en vrij van
directe zonne- en andere warmtestraling te zijn.
Ga als volgt te werk om de wandhouder (A) te monteren:
•
Kies een passende montageplaats.
Neem de Keypad (B) uit de wandhouder (A) door met een dun
•
voorwerp in het gaatje aan de onderzijde van de wandhouder te
steken en daardoor de vergrendeling (M) los te halen (zie afbeel-
ding 3).
Indien u het apparaat al hebt aangeleerd, ontvangt u via de app een
sabotagemelding. U kunt deze pas na afloop van de montage be-
vestigen, zodra de Keypad weer werd geplaatst.
Positioneer de wandhouder (A) met het schuine vlak naar boven
•
op een geschikte plaats aan de wand en teken de boorgaten aan
(zie afbeelding 7).
•
Boor de aangetekende gaten met een diameter van 5 mm en een
diepte van 35 mm.
Bij stenen wanden gebruikt u een 5mm-boor voor de pluggen. Bij
houten wanden kunt u een 1,5mm-boor gebruiken, om het indraai-
en van de schroeven te vergemakkelijken.
Houd bij de keuze van de montageplaats en het boren in de buurt
van voorhanden schakelaars of contactdozen rekening met het ver-
loop van elektrische kabels, water-, gas- en eventuele andere leidin-
gen.
92