Inbedrijfstelling
5.2
Installatie-instructies
Lees dit hoofdstuk volledig door, voordat u met de installatie begint.
Noteer a.u.b. vóór de installatie het op het apparaat aangebrachte
apparaatnummer (SGTIN) en de plaats van de installatie, zodat u het
apparaat achteraf eenvoudiger kunt toewijzen. Het apparaatnum-
mer staat als alternatief ook op de bijgeleverde QR-sticker.
Opmerking! Installatie alleen door personen met desbetreffende
elektrotechnische kennis en ervaring!*
Door een onjuiste installatie brengt u uw eigen
•
leven en
•
het leven van de gebruikers van de elektrische installatie in gevaar.
Met een onjuiste installatie riskeert u ernstige materiële schade, bijv. door
brand. Het risico bestaat dat u persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld
voor personen- en zaakschade.
Neem contact op met een elektricien!
* Vereiste vakkennis voor de installatie:
Voor de installatie is met name de volgende vakkennis vereist:
•
de toe te passen '5 veiligheidsregels': vrijschakelen; tegen op-
nieuw inschakelen beveiligen; spanningsvrijheid controleren;
aarden en kortsluiten; aangrenzende onderdelen die onder span-
ning staan, afdekken of afsluiten;
•
selecteren van het geschikte gereedschap, de meettoestellen en
eventuele persoonlijke beschermingsmiddelen;
•
analyse van de meetresultaten;
•
kiezen van het elektrische installatiemateriaal ter waarborging
van de uitschakelvoorwaarden;
•
IP-beschermingsgraden;
•
inbouw van het elektrische installatiemateriaal;
80