OVEN EN TOEBEHOREN
1. Veiligheidsvergrendelingssysteem voor de
deur
2. Ovenvenster
3. Draairing
4. Draaitafelkoppeling
5. Bedieningselementen voor vermogen en tijd
6. Afdekplaatje voor golfgeleider (niet
verwijderen)
7. Glasplaat
8. Ventilatie-openingen
9. Behuizing
10. Netsnoer
Controleer of de volgende accessoires aanwezig
zijn: draairing, draaitafelkoppeling en glasplaat
• Plaats de draairing in het midden van de
ovenvloer zodat deze vrij om het koppelstuk
kan draaien. Plaats dan de draaitafel op de
draaitafelsteun zodat deze goed op het
koppelstuk past.
• Om ervoor te zorgen dat de draaitafel niet
beschadigt, moeten de borden of schalen
goed worden opgetild, zodat deze de rand
van de draaitafel niet raken wanneer u ze uit
de oven haalt.
OPMERKING: vermeld bij het nabestellen van
accessoires twee items: de onderdeelnaam en
de modelnaam.
OPMERKINGEN:
• Het afdekplaatje voor de golfgeleider is
breekbaar. Maak de binnenkant van de combi-
magnetron voorzichtig schoon om er zeker van te zijn dat dit niet beschadigt.
• Maak na het bereiden van vet voedsel zonder deksel altijd de binnenkant van de oven grondig schoon; deze moet
droog en vetvrij zijn. Opgebouwd vet kan gaan roken of vlam vatten.
• Bedien de oven alleen als de draaitafel en draaitafelsteun juist zijn geplaatst. Dit bevordert een grondige en
gelijkmatige bereiding. Een slecht geplaatste draaitafel kan gaan rammelen, kan mogelijk niet goed draaien en kan
schade aan de oven veroorzaken.
• Plaats te bereiden voedsel en verpakkingen altijd op de draaitafel.
• De draaitafel draait met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in. De draairichting kan, telkens
als u de oven start, veranderen. Dit heeft geen invloed op de bereidingsresultaten.
WAARSCHUWING:
gebruik. De deur, behuizing, ovenruimte, accessoires en vaatwerk zullen erg heet worden tijdens het
gebruik. Gebruik altijd dikke ovenwanten om brandwonden te voorkomen.
10
Dit symbool betekend dat de oppervlakten mogelijk heet worden tijdens het
NL – 13
NL – 13
7
2
3
4
1
NL
6
5
8
9