laatste geval pas nadat de houder van het koolfilter,
indien aanwezig, is verwijderd).
In ieder geval wordt aanbevolen de zijgaten te gebruiken,
indien aanwezig, voor een betere stabiliteit van de
wasemkap.
8.
Sluit een rookafvoerpijp aan (pijp en bevestigingsbandjes
worden niet meegeleverd, moeten apart worden
aangeschaft)
aan
afzuigmotoreenheid.
Het andere uiteinde van de pijp moet worden
aangesloten op een rookafvoermechanisme naar buiten,
als de wasemkap als afzuigapparaat gebruikt wordt. Als
u de wasemkap wilt gebruiken als filterend apparaat,
bevestig aan de draagbeugel G de luchtgeleider F en het
andere uiteinde van de pijp aan de aansluitring aanwezig
op de luchtgeleider F.
9.
Maak de elektrische aansluiting.
10. Breng de schouwdelen aan en zet hen aan de bovenkant
vast met 2 schroeven (10a) aan de steun van de
schouwdelen „G"(10b).
11. Laat het onderste schouwdeel dalen om de afzuiggroep
helemaal af te dekken, totdat hij goed op zijn plaats
boven de wasemkap zit.
Monteer het frame van het koolstoffilter en het/de vetfilter/s en
controleer of de wasemkap perfect functioneert.
Beschrijving van de wasemkap
afb. 1
1. Bedieningspaneel
2. Vetfilter
3. Handgreep voor ontgrendeling van het vetfilter
4. Lampen
5. Dampscherm
6. Telescopische schouw
7. Luchtuitgang (alleen voor gebruik als filterend apparaat)
Werking
In geval van een sterkere dampconcentratie een hogere
zuigkracht gebruiken.
We raden aan de afzuigkap 5 minuten voordat men begint te
koken aan te doen en deze nog voor ongeveer 15 minuten
nadat men beëindigt heeft aan te laten.
a. Lichtschakelaar ON/OFF.
b. Schakelaar OFF/snelheid 1
c. Selectieknop snelheid 2
d. Selectieknop snelheid 3
All manuals and user guides at all-guides.com
de
aansluitring
boven
Onderhoud
Attentie! Koppel, voor ieder onderhoud, eerst de
wasemkap van het elektriciteitsnet af door de stekker weg
te trekken of door de hoofdschakelaar van de woning uit
te schakelen.
Schoonmaak
de
De kap moet regelmatig schoon gemaakt worden, zowel
binnen als buiten (tenminste met dezelfde regelmaat waarmee
de vetfilters gereinigd worden). Gebruik voor het reinigen een
doek die u vochtig maakt met een beetje neutraal vloeibaar
reinigingsmiddel. Gebruik geen producten die schuurmiddelen
bevatten.
GEEN ALCOHOL GEBRUIKEN!
Attentie:
Als u deze aanwijzingen m.b.t. reiniging van het apparaat en
vervanging resp. reiniging van de filters niet opvolgt, kan dat
tot brand leiden. Deze aanwijzingen beslist opvolgen!
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade aan de motor of
schade t.g.v. brand die het gevolg zijn van ondeskundig
onderhoud of niet opvolgen van de bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Vetfilter
Houdt de vetdeeltjes vast.
Moet eenmaal per maand worden gereinigd (of als de
aanwijzer verzadigde filters – indien aanwezig op het model in
Uw bezit – deze noodzaak aangeeft) met neutrale
reinigingsmiddelen, met de hand of in de vaatwasmachine op
lage temperaturen en met een kort programma. Door hem in
de vaatwasmachine te wassen kan het metalen vetfilter
ontkleuren, maar dit is niet van invloed op de eigenschappen,
die beslist niet veranderen.
Om het vetfilter te demonteren trekt u aan de veerbelaste
ontgrendelingshandgreep.
afb. 2
Koolstoffilter (alleen voor filterend apparaat)
Houdt de lastige kookgeuren vast.
De koolstoffilter kan om de twee maanden gewassen worden
(of als de aanwijzer verzadigde filters – indien aanwezig op
het model in Uw bezit – deze noodzaak aangeeft) in warm
water en met geschikte wasmiddelen of in de vaatmachine op
65°C (in het geval van een reiniging in de vaatmachine voer
een volledige wascyclus uit en zonder vaten).
Verwijder het overtollige water zonder de filter te beschadigen,
daarna het matje uit de plastic structuur verwijderen en om
deze goed te drogen doe het matje in de over voor 10 minuten
op 100°C. Vervang het matje om de 3 jaar en elke keer dat
het doek beschadigt is.
Verwijder het filterhouder frame door de onderdelen (g), die
het aan de wasemkap bevestigen, 90° te draaien. Breng het
koolstofmatrasje (i) aan in het frame (h) en monteer het
geheel op zijn plaats (j).
afb. 3
21