Montage
2. Controleer regelmatig of de breekbouten,
motorbouten, enz. goed zijn aangedraaid om
een veilige werking van de machine te garan-
deren.
3. Raadpleeg altijd de gebruiksaanwijzing voor
belangrijke details wanneer u de sneeuw-
frees voor langere tijd opslaat.
4. Reinig of vervang de veiligheids- en instruc-
tiestickers indien nodig.
5. Laat de machine na het verwijderen van
sneeuw nog enkele minuten draaien om te
voorkomen dat de wormas vastvriest.
4.2
Veiligheidsinstructies voor de bediening
■
De machine alleen gebruiken voor de werk-
zaamheden waarvoor het is bedoeld. Niet-re-
glementair gebruik kan letsel en materiële
schade veroorzaken.
■
De machine nooit gebruiken met versleten of
defecte onderdelen. Defecte onderdelen altijd
vervangen door oorspronkelijke reserveon-
derdelen van de fabrikant. Wanneer de ma-
chine met versleten of defecte onderdelen
wordt gebruikt, kan tegenover de fabrikant
geen aanspraak op garantie worden ge-
maakt.
■
Bedien de machine niet als u onder invloed
bent van alcohol, drugs of geneesmiddelen.
■
Houd handen en voeten of andere lichaams-
delen uit de buurt van de peddel.
■
Kijk niet rechtstreeks in de ledlamp. Dat kan
oogletsel veroorzaken.
5 MONTAGE
WAARSCHUWING! Gevaren door onvol-
ledige montage! De werking van een onvolledig
apparaat kan ernstig letsel veroorzaken.
■
Gebruik het apparaat alleen als het volledig
gemonteerd is!
■
Plaats de accu pas in het apparaat als het
volledig gemonteerd is!
■
Controleer voor het inschakelen of alle be-
schermings- en beschermingsvoorzieningen
aanwezig zijn en functioneren!
5.1
Apparaat uitpakken
1. Haal alle delen uit de verpakking.
2. Controleer of alle delen aangeleverd zijn (zie
Hoofdstuk 3.3 "Inhoud van de levering", pagi-
na 35).
3. Controleer alle delen op transportschade.
Als er schade te zien is of er delen ontbreken
469905_d
dient dit onmniddellijk aan de dealer te wor-
den gemeld waar het apparaat is gekocht.
5.2
Onderste duwboom monteren (02)
1. Beide uiteinden van de onderste duwboom
(02/1) zo aan de buisuiteinden (02/2) plaat-
sen (02/a) dat de gaten van duwboom en bui-
suiteinden overeenstemmen.
2. Twee lange slotbouten (02/3) aan beide kan-
ten van binnen insteken.
3. Elk een sluitring (02/4) op de slotbouten ste-
ken.
4. Sterhandgrepen (02/5) op de slotbouten
draaien en stevig aandraaien.
5.3
Middelste duwboom monteren (03)
1. Beide uiteinden van de middelste duwboom
(03/1) zo op de onderste duwboom (03/2)
steken (03/a) dat de gaten van middelste en
onderste duwboom overeenstemmen. De ge-
leiding (03/3) voor de verstelslinger moet
hierbij omhoogwijzen.
2. Twee lange slotbouten (03/4) aan beide kan-
ten van binnen insteken.
3. Elk een sluitring (03/5) op de slotbouten ste-
ken.
4. Sterhandgrepen (03/6) op de slotbouten
draaien en stevig aandraaien.
5.4
Bovenste duwboom monteren (04)
1. Beide uiteinden van de bovenste duwboom
(04/1) zo op de middelste duwboom (04/2)
steken (04/a) dat de gaten van bovenste en
middelste duwboom overeenstemmen. Mo-
torschakelaar, motorschakelaarbeugel, hand-
greep en LED-lamp moeten hierbij omhoog
wijzen.
2. Twee lange slotbouten (04/3) aan beide kan-
ten van binnen insteken.
3. Elk een sluitring (04/4) op de slotbouten ste-
ken.
4. Sterhandgrepen (04/5) op de slotbouten
draaien en stevig aandraaien.
5.5
Kabel aan de duwboom bevestigen (05)
1. Kabel (05/1) van de motorschakelaar met elk
een kabelhouder (05/2) aan de middelste en
aan de onderste duwboom bevestigen.
2. Kabel (05/3) van de LED-lamp met elk een
kabelhouder (05/2) aan de middelste en aan
de onderste duwboom bevestigen.
39