NL
3.8.3
Werken met de kettingzaag
WAARSCHUWING! Gevaar voor zwaar
letsel. Door het gebruik van een kettingzaag
waarvan niet alle onderdelen zijn gemonteerd,
kan zwaar letsel worden veroorzaakt.
■
Gebruik de kettingzaag uitsluitend, wanneer
alle onderdelen zijn gemonteerd.
■
Voer voor elk gebruik een visuele controle
uit, om te controleren of de kettingzaag com-
pleet is, geen beschadigingen heeft of versle-
ten onderdelen bevat. De veiligheids- en be-
schermingsvoorzieningen moeten intact zijn.
WAARSCHUWING! Letselgevaar door
onbedoeld startende kettingzaag. Een onbe-
doeld startende kettingzaag kan tot ernstig letsel
leiden. Verwijder daarom altijd de accu bij:
■
Test-, afstel- en reinigingswerkzaamheden
■
Werkzaamheden aan het snijgereedschap
■
Het achterlaten van de kettingzaag
■
Transport
■
Opslag
■
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
■
Gevaar
■
Nooit alleen werken.
■
Houd altijd een EHBO-doos in de buurt voor
eventuele ongevallen.
■
Aanraking vermijden met eventuele metalen
voorwerpen aanwezig in de grond of verbon-
den aan een elektrische leiding.
■
De persoonlijke beschermingsmiddelen be-
staan uit:
■
een veiligheidshelm
■
gehoorbescherming (bijv. oorschelpen),
met name bij een dagelijkse arbeidsduur
van meer dan 2,5 uur
■
veiligheidsbril of gezichtsbescherming
van veiligheidshelm
■
veiligheidsbroek met ingelegde snijbevei-
liging
■
stevige werkhandschoenen
■
veiligheidsschoenen met slipvaste zolen
en stalen neuzen
■
De kettingzaag niet boven schouderhoogte
gebruiken, veilig hanteren is zo niet meer
mogelijk.
■
Schakel bij het veranderen van werklocatie
de motor uit en plaats de kettingbeschermer.
60
■
Breng op een buiten gebruik zijnde ketting-
zaag altijd de kettingbeschermer aan en ver-
wijder de accu.
■
De kettingzaag alleen neerleggen nadat deze
is uitgeschakeld.
■
De kettingzaag niet gebruiken om hout te
verplaatsen of op te tillen.
■
Als een boomstam dikker is dan de lengte
van het zaagblad, moet deze door een vak-
man worden omgezaagd.
■
Plaats de zaagketting alleen voor een zaags-
nede wanneer de ketting draait. Schakel de
kettingzaag nooit in met stilstaande, al op het
hout geplaatste zaagketting.
■
Voorkomen dat kettingzaagolie in de bodem
terechtkomt.
■
Niet zagen tijdens regen, sneeuw of een
storm.
■
Stel de veiligheids- en beveiligingsvoorzienin-
gen nooit buiten werking.
4 MONTAGE
WAARSCHUWING! Gevaar voor zwaar
letsel. Door het gebruik van een kettingzaag
waarvan niet alle onderdelen zijn gemonteerd,
kan zwaar letsel worden veroorzaakt.
■
Gebruik de kettingzaag uitsluitend, wanneer
alle onderdelen zijn gemonteerd.
■
Voer voor elk gebruik een visuele controle
uit, om te controleren of de kettingzaag com-
pleet is, geen beschadigingen heeft of versle-
ten onderdelen bevat. De veiligheids- en be-
schermingsvoorzieningen moeten intact zijn.
VOORZICHTIG! Gevaar voor snijletsel. Bij
het monteren van de zaagketting, kunnen de
scherpe randen snijletsel veroorzaken.
■
Verwijder de accu voor het monteren van de
ketting.
■
Draag veiligheidshandschoenen bij de mon-
tage van de zaagketting en het zaagblad.
4.1
Geleiderail plaatsen (03, 04)
1. Trek de handbescherming (03/1) naar de
beugelgreep (03/a) om zo de kettingrem los
te zetten.
2. Draai de centrale sluiting (03/2) linksom en
neem deze, samen met afdekkap (03/3) van
de zaag.
3. Plaats het zaagblad (04/1) over de geleider-
bout (04/2) en schuif deze zo ver naar achte-
Montage
CS 1825