8-18
I
II
III
I
II
III
I
II
III
Aanwijzing
All manuals and user guides at all-guides.com
6 Toestel bedienen
6.1
Temperatuur instellen
Temperatuur individueel instellen
1. Toestel aan de netschakelaar (7) inschakelen.
Het display geeft de werkelijke temperatuurwaarde weer.
2. De toets UP of DOWN indrukken.
Het display schakelt nu over op de ingestelde gewenste waarde.
Het temperatuursymbool (14) knippert.
3. De toets UP of DOWN indrukken om de gewenste temperatuur in
te stellen:
- Kort aantippen verstelt de gewenste waarde met één graad.
- Het permanent indrukken verandert de gewenste waarde in
snelloop.
Ca. 2 seconden na het loslaten van de insteltoetsen verschijnt op
het display opnieuw de werkelijke waarde van het geselecteerde
kanaal.
Temperatuur met temperatuurtoetsen I, II en III selecteren
De gewenste temperatuurwaarde kan door de keuze van drie vooraf
ingestelde temperatuurwaarden (vaste temperaturen) ingesteld
worden.
Instellingen af fabriek:
I = 150 °C (300 °F), II = 350 °C (662 °F), III = 380 °C (716 °F)
Gewenste temperatuurtoets I, II of III indrukken.
De gekozen gewenste waarde wordt gedurende ca. 2 sec. op het
display weergegeven. Tijdens de weergave van de gewenste
waarde knippert het temperatuursymbool.
Daarna schakelt het display automatisch opnieuw naar de
weergave van de gewenste waarde terug.
Temperatuurwaarde van de temperatuurtoetsen I, II en III instellen
1. Gewenste temperatuurtoets I, II of III indrukken.
2. Gewenste temperatuurwaarde met de toets UP of DOWN
instellen.
3. Gewenste temperatuurtoets I, II of III drie seconden lang
ingedrukt houden.
Ondertussen knippert de temperatuurindicatie voor de
betreffende temperatuurwaarde. Na 3 seconden wordt de
ingestelde waarde opgeslagen.
4 Temperatuurtoets opnieuw loslaten.
De programmering van een temperatuurtoets met een lage
"setback"-temperatuur biedt de mogelijkheid om de temperatuur
manueel te verlagen bij niet-gebruik van de soldeerbout.
WD 1 (M) / WD 1000 (M)